2.5.In een brief van de Belastingdienst aan belanghebbende met als onderwerp ‘Bevindingen onderzoek II’ en gedateerd op 6 september 2017 is voor zover relevant het volgende opgenomen:
“Op 10 april dit jaar heb ik u een schrijven toegezonden waarin ik een aantal standpunten heb ingenomen omtrent de door u ingediende aangiften Inkomstenbelasting over de Jaren 2011 tot en met 2015.
Daarna heb ik op 5 juni en 31 augustus hierover inhoudelijk gesprekken gevoerd met de door u gemachtigde adviseur dhr. R.A.F. Kramer van Kramer & Wiering Administratie en Belastingadviesbureau te Castricum.
Naar aanleiding van deze gesprekken, de door uw partner [P] aangeleverde informatie en de overige informatie waarover ik de beschikking heb gekregen kan ik u het volgende mededelen:
Ondernemerschap:
Voor de inkomstenbelasting wordt u vanaf 2012 als ondernemer gekwalificeerd met betrekking tot de activiteiten in de Maatschap [B] (U verricht deze werkzaamheden naast uw fulltimedienstbetrekking als [functie 1] aan het [A] te [plaats] ). Uw winstgedeelte binnen de Maatschap, zijnde uw winstaandeel en de aan u toegekende coördinatiekosten, dient u jaarlijks op basis van het factuurstelsel aan te geven als omzet.
Ondernemingskosten Maatschap:
De door uzelf gemaakte kosten ten behoud van uw bron, zijnde de opbrengst in de Maatschap, mag u in aftrek brengen op de omzet mits u deze kosten aannemelijk kan maken. Deze kosten dienen wel gerelateerd te zijn met de werkzaamheden van uw onderneming, in casu de Maatschap.
Tijdens het onderzoek heb ik over de jaren 2012 tot en 2014 geen specificatie mogen ontvangen van de door u opgevoerde kosten. Ook tijdens de twee gesprekken met uw adviseur dhr. Kramer zijn er geen stukken overgelegd.
In mijn schrijven van 10 april heb ik u vooralsnog de volgende kosten jaarlijks toegekend:
Aanschaf vakliteratuur en bijwonen congres over uw vakkennis € 5.000,-
Reiskosten woon-werkverkeer privé auto 5.000 km x 0,19 € 950,-
Totaal van de jaarlijkse kostenaftrek binnen uw maatschapswinst € 5.950,-
(…) In de twee gesprekken met uw adviseur zijn er geen bescheiden overgelegd en blijft deze toegezegde aftrek vigerend voor uw kostenaftrek in de winstaangiften 1012 tot en met 2015.
Ondernemingskosten [C2] AB:
Tijdens het onderzoek is gebleken dat de kosten die zijn gemaakt door [C2] AB ook in uw deel van de winstaangifte in aftrek zijn gebracht in de jaren 2012 t/m 2015.
U heeft aangegeven dat er abusievelijk gebruik is gemaakt van de letters AB (Akti Bolag) in de oprichtingsnaam waardoor het ten onrechte zou suggereren dat er sprake zou zijn van een naar [land] recht opgerichte Besloten Vennootschap en derhalve een zelfstandig rechtspersoon en ook zelfstandig belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting in [land] of in Nederland.
Dit is inmiddels bij de Kamer van Koophandel hersteld maar dat laat onverlet dat de in uw winstaangifte afgetrokken kosten van [C2] niet bij u aftrekbaar zijn.
Deze opbrengsten (negatief/positief) uit de activiteiten van [C2] zijn namelijk bij [P] opgekomen en niet bij u. Hij is degene die deze onderneming drijft, heeft het procedé ontworpen, voert alle gesprekken tot exploitatie van de [machine] en koopt en verkoopt handelsgoederen in. Deze opbrengsten zijn dan bij hem in de inkomstenbelasting belast in [land] of in Nederland. (…)
De inschrijving bij de Kamer van Koophandel per [datum] met de wijziging dat uw partner [P] is opgenomen als gevolmachtigde en dat de bedrijfsactiviteiten uitgebreid zijn met de vervaardiging van overige machines etc. doet daar niet aan af.
Ik verwijs daarin ook naar het opgemaakte proces verbaal van de Fiod waarin u op 11 mei onder meer verklaarde dat u eigenlijk niets voor [C2] doet en dat [P] alle werkzaamheden verricht.
Conclusie ondernemerschap:
U kwalificeert uitsluitend als ondernemer voor de Inkomstenbelasting voor uw verrichtte werkzaamheden binnen de Maatschap [B] . De door [C2] gemaakte kosten zijn derhalve niet aftrekbaar binnen uw winstaangifte. In het gesprek van 31 augustus beaamde uw adviseur dhr. Kramer dit dan ook desgevraagd. Hij dit nader onderzocht en besproken met overige adviseurs en zijn tot hetzelfde standpunt gekomen.
De betalingen die u namens of voor deze AB heeft gedaan dient u te boeken als privéleningen en behoren in box III te worden verwerkt, zijnde de vorderingen die u in privé heeft.
Ondernemersaftrekken:
In mijn schrijven van 10 april heb ik gesteld dat de door verrichtte werkzaamheden voor de Maatschap circa 600 uren op jaarbasis behelzen (gemiddeld 1,5 dag per week) en dat u daarom niet in aanmerking komt voor de zelfstandigenaftrek. (…)
Daarbij heb ik aangegeven dat, indien u de mening bent toegedaan dat u wel de te maken uren heeft gemaakt, u dit moest aantonen uit jaarlijkse urenspecificaties gebleken uit uw agenda’s.
Bij de twee gesprekken met uw adviseur dhr. Kramer zijn aan mij geen van dergelijke bescheiden overgelegd en derhalve blijf ik bij mijn standpunt dat u geen recht heeft op de zelfstandigenaftrek.(…)
Boete over de winstcorrecties:
Van de voorgestelde boete stel ik u op deze wijze in kennis ex artikel 5.53 AWB juncto par. 12 BBB en deze boete is hieronder als volgt gemotiveerd.
Over de correcties ter zake van de verschuldigde inkomstenbelasting over de geconstateerde winstcorrecties inzake:
- de ten onrechte van uw winst afgetrokken kosten die door [P] h/o [C2] AB zijn opgeroepen;
- het ten onrechte boeken van autokosten in de eenmanszaak terwijl er geen auto op de balans staat
over de jaren 2012 tot en met 2015 zal ik naast de navorderingsaanslagen een vergrijpboete ingevolge artikel 67e Algemene wet inzake rijksbelastingen en paragraaf 25 en 27 Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst opleggen.
De vergrijpboete bedraagt 25%.
De grondslag van de boete is het bedrag van de belasting dat niet of niet tijdig is betaald voorzover dat bedrag als gevolg van de opzet of grove schuld van de belastingplichtige niet of niet tijdig is betaald.
De feiten en omstandigheden op grond waarvan ik deze vergrijpboete zal opleggen betreffen:
- de ten onrechte van uw winst afgetrokken kosten die door [P] h/o [C2] AB zijn opgeroepen is bewust uitgevoerd. Elk verband van deze kosten met uw onderneming ontbreekt. Zelfs met een gebrek aan kennis had dit gevonden kunnen worden in de openbare bronnen dan wel bij twijfel de vraag voorgelegd kunnen worden aan de belastingdienst. Voor dit alles is echter niet gekozen en dat is u en uw gemachtigde [P] kwalijk te nemen. Uiteindelijk is door dit handelen minder belasting betaald dan wettelijk vereist was;
- het in aftrek brengen van de zelfstandigenaftrek terwijl het u en uw gemachtigde bekend moest zijn dat u in de gecontroleerde nimmer heeft voldaan aan het urencriterium is een handeling om minder belasting te betalen dan wettelijk vereist was;
- het ten onrechte boeken van autokosten in uw onderneming terwijl er geen auto op de balans staat en u ook al kilometerkosten van uw privé auto in uw onderneming heeft gedeclareerd is het handelen om minder belasting te betalen dan wettelijk vereist was;
- Het in aftrek brengen van kosten die niet door u aannemelijk kunnen worden gemaakt dan wel aangetoond is het handelen om minder belasting te betalen dan wettelijk vereist was.
Ik ben van mening dat sprake is van grove schuld.
Grove schuld is een in laakbaarheid aan opzet grenzende mate van verwijtbaarheid en dat mede grove onachtzaamheid omdat. Ook laakbare slordigheid of ernstige nalatigheid leidt tot de kwalificatie grove schuld. Indien de belanghebbende redelijkerwijs had moeten of kunnen begrijpen dat zijn gedrag tot gevolg kon hebben dat te weinig belasting zou worden geheven of betaald dan kan worden gesproken van grove schuld.
Dit houdt in dat over de nagevorderde inkomstenbelasting die ontstaat uit deze correcties 25% aan boete zal worden opgelegd.”