Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
De Inspecteur heeft vervolgens het standpunt ingenomen dat de hiervoor in 2.2 en in 2.3 bedoelde negatieve resultaten niet aftrekbaar zijn, omdat de daarmee gemoeide bedragen als een onzakelijke lening aan de partner van belanghebbende zijn te beschouwen. De informatie uit de brief van 18 november 2015 heeft hij aangemerkt als een zogenoemd nieuw feit als bedoeld in artikel 16, lid 1, AWR. Op die gronden heeft hij de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2012 opgelegd. Daarnaast heeft hij bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV voor het jaar 2013 het in de aangifte voor dat jaar vermelde belastbare inkomen uit werk en woning gecorrigeerd.
3.Procedure voor het Hof
4.Beoordeling van de middelen
Het arrest van 15 juni 2018 doet hieraan niet af. Uit dat arrest valt niet als algemene regel af te leiden dat de inspecteur bij een behoorlijke taakuitoefening nader onderzoek behoort in te stellen na uitworp van de aangifte op welke grond dan ook.