ECLI:NL:HR:2001:AB2782
Hoge Raad
- Cassatie
- G.J. Zuurmond
- F.W.G.M. van Brunschot
- D.G. van Vliet
- P. Lourens
- C.B. Bavinck
- Rechtspraak.nl
Cassatie over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor huisarts
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende, een huisarts, tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden. De zaak betreft een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 1994. De belanghebbende ontving in dat jaar reis- en onkostenvergoedingen en vacatiegelden van de Districts Huisartsen Vereniging (DHV), de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Geneeskunde (KNMG). De Inspecteur rekende deze vergoedingen tot de winst uit onderneming, wat leidde tot een navorderingsaanslag. Na bezwaar en beroep bij het Hof, dat de uitspraak van de Inspecteur bevestigde, heeft belanghebbende cassatie ingesteld.
De Hoge Raad oordeelt dat de bestuursactiviteiten van belanghebbende als voorzitter van de DHV en lid van de LHV en KNMG zo nauw verbonden zijn met zijn werkzaamheden als huisarts, dat de voordelen uit deze bestuursactiviteiten niet als winst uit onderneming kunnen worden aangemerkt. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en de navorderingsaanslag, en vermindert deze tot een belastbaar inkomen van ƒ e,--. Tevens wordt de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld tot vergoeding van griffierechten en proceskosten aan belanghebbende.
De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven, omdat er onvoldoende bewijs is voor een nauwe samenhang tussen de bestuursactiviteiten en de beroepsmatige werkzaamheden van belanghebbende. De Hoge Raad kan de zaak zelf afdoen en wijst de kosten van het geding toe aan de Staatssecretaris en de Inspecteur.