2.1.De rechtbank heeft de feiten als volgt vastgesteld.
“1. Eiser heeft op 30 januari 2013 aangifte voor de BPM gedaan voor een Volkswagen Golf. De datum van eerste toelating in Tsjechië is 2 maart 2012.
2. Eiser heeft de aangifte gebaseerd op een koerslijst en is bij de berekening van de verschuldigde BPM onder meer uitgegaan van een CO2-uitstoot van 113 gr/km. De door eiser berekende verschuldigde BPM van € 870 heeft hij op 1 februari 2013 voldaan.
3. Verweerder heeft bij brief van 27 maart 2013 een naheffingsaanslag BPM aangekondigd omdat er sprake is van een CO2-uitstoot van 129 gr/km in plaats van de aangegeven 113 gr/km. In de aankondigingsbrief is eiser in de gelegenheid gesteld om vóór 10 april 2013 schriftelijk te reageren. Eiser heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.
4. Verweerder heeft met dagtekening 22 mei 2013 de onderhavige naheffingsaanslag BPM ten bedrage van € 822 aan eiser opgelegd.
5. Verweerder heeft op 14 juni 2013 een brief van de gemachtigde van eiser ontvangen waarin deze pro-forma bezwaar maakt tegen de naheffingsaanslag.
6. De gemachtigde van eiser heeft verweerder bij brief van 12 juli 2013 verzocht om uitstel voor het indienen van de motivering van het bezwaarschrift in verband met vakantie. Bij brief van 22 november 2013 heeft de gemachtigde van eiser nogmaals verzocht om uitstel voor het indienen van een motivering en de aangifte van eiser bij verweerder opgevraagd om het bezwaar te kunnen motiveren.
7. Verweerder heeft op 23 december 2013 een e-mail aan de gemachtigde van eiser gestuurd, waarin wordt vermeld dat er nog geen aanvullende gronden zijn ontvangen. Vervolgens is door de gemachtigde van eiser op 9 januari 2014 een e-mail gestuurd naar verweerder met een nieuwe berekening en de vraag om deze te controleren.
8. Verweerder heeft op 31 juli 2017 een motivering van het bezwaar van de gemachtigde ontvangen, gedateerd 28 juli 2017.
9. Verweerder heeft eiser bij brief van 10 augustus 2017 meegedeeld voornemens te zijn het bezwaar af te wijzen en aangegeven dat eiser zal worden uitgenodigd voor een hoorgesprek.
10. Op 3 november 2017 heeft er een hoorgesprek plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt door verweerder.
11. Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 23 november 2017 het bezwaar ongegrond verklaard.”