ECLI:NL:HR:2010:BN8049
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- A.H.T. Heisterkamp
- M.W.C. Feteris
- Rechtspraak.nl
Cassatie over vergoeding griffierecht en rente in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 september 2010 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vergoeding van griffierecht en rente in het kader van de Wet waardering onroerende zaken. De belanghebbende, een natuurlijke persoon, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn onroerende zaak, gelegen aan de a-straat 1 te Z, voor het tijdvak van 1 januari 2006 tot en met 31 december 2006. Na een procedure bij de heffingsambtenaar en de Rechtbank te Alkmaar, die de waarde had verminderd, ging de belanghebbende in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en verlaagde de waarde verder, maar wees het verzoek om schadevergoeding af.
De belanghebbende stelde cassatie in tegen de uitspraak van het Hof, waarbij hij onder andere aanvoerde dat naast de vergoeding van het griffierecht ook recht op rente bestond. De Hoge Raad oordeelde dat de grondslag voor de vergoeding van griffierecht is geregeld in artikel 8:74 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), dat enkel de vergoeding van het nominale bedrag van het griffierecht dekt, zonder recht op rente. De Hoge Raad bevestigde dat deze bepaling uitputtend is en dat er geen ruimte is voor een aanvullende schadevergoeding in de vorm van rente.
De overige klachten van de belanghebbende werden door de Hoge Raad verworpen, omdat deze niet leidden tot cassatie en geen rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling met zich meebrachten. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is openbaar uitgesproken en vormt een belangrijke uitspraak over de reikwijdte van de vergoeding van griffierecht in bestuursrechtelijke procedures.