ECLI:NL:CRVB:2021:1128
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verantwoordelijkheid voor betaling van ZW-uitkering bij reeds bestaande ongeschiktheid werknemer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verantwoordelijkheid van appellante voor de betaling van een Ziektewet (ZW)-uitkering aan een werknemer. Het Uwv had eerder vastgesteld dat de werknemer recht had op een ZW-uitkering en dat appellante als eigenrisicodrager verantwoordelijk was voor de uitbetaling. Appellante betwistte deze verantwoordelijkheid en stelde dat de werknemer bij aanvang van zijn dienstverband al ongeschikt was voor zijn functie als dataspecialist. De Raad heeft vastgesteld dat de werknemer op 25 januari 2016 in dienst trad en zich op 28 januari 2016 ziek meldde met psychische klachten. De Raad oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de werknemer al vóór zijn indiensttreding klachten had die hem ongeschikt maakten voor het werk. De Raad heeft het besluit van het Uwv vernietigd en geoordeeld dat appellante niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de betaling van de ZW-uitkering aan de werknemer, aangezien deze al ongeschikt was bij aanvang van het dienstverband. De Raad heeft het beroep van appellante gegrond verklaard en het Uwv veroordeeld in de proceskosten.