Uitspraak
Hoger beroep van het Uwv
Incidenteel hoger beroep van betrokkene
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 juli 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de re-integratie-inspanningen van een eigenrisicodrager, Acture, in het kader van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). De zaak betreft een uitzendorganisatie die als eigenrisicodrager fungeert en de verplichtingen heeft om re-integratie-inspanningen te verrichten voor een werkneemster die langdurig arbeidsongeschikt is. De werkneemster had zich in 2012 ziek gemeld na eerder al langdurig arbeidsongeschikt te zijn geweest. Het Uwv had vastgesteld dat de uitzendorganisatie onvoldoende re-integratie-inspanningen had verricht, wat leidde tot een ziekengeldsanctie. De rechtbank Amsterdam had het bezwaar van de uitzendorganisatie gegrond verklaard, maar het Uwv ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv deugdelijke gronden had voor de opgelegde ziekengeldsanctie. De Raad benadrukte dat het aan de werkgever is om aannemelijk te maken dat er geen benutbare mogelijkheden zijn voor de werknemer. De Raad concludeerde dat de uitzendorganisatie tekortgeschoten was in haar re-integratie-inspanningen, omdat zij geen adequate maatregelen had genomen om de werkneemster te ondersteunen in haar terugkeer naar de arbeidsmarkt. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van de uitzendorganisatie ongegrond, waarmee de ziekengeldsanctie werd bevestigd.