Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
WW-uitkering. Dat een betrokkene een WW-uitkering heeft ontvangen heeft niet tot gevolg dat deze persoon in dienstbetrekking staat tot het Uwv.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de toekenning van ziekengeld aan betrokkene per 1 oktober 2019 op grond van de Ziektewet (ZW). Betrokkene, die vanaf 27 juni 2016 in dienst was bij appellante, meldde zich eind april 2019 ziek. Het dienstverband eindigde op 1 oktober 2019 na een vaststellingsovereenkomst waarin werd vermeld dat betrokkene arbeidsgeschikt was. Appellante betwistte de toekenning van ziekengeld, stellende dat betrokkene in staat was zijn eigen werk te verrichten en dat hij een benadelingshandeling had gepleegd door de vaststellingsovereenkomst te ondertekenen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv terecht ziekengeld had toegekend, omdat betrokkene als gevolg van psychische problematiek ongeschikt was voor zijn arbeid. De rechtbank had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. De Raad oordeelde dat de benadelingshandeling buiten de omvang van het geding viel en dat het Uwv niet verplicht was om hierover te oordelen. De Raad concludeerde dat de toekenning van ziekengeld per 1 oktober 2019 in stand bleef, en dat appellante geen recht had op vergoeding van proceskosten.