Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om schadevergoeding toe overeenkomstig wat is overwogen in 4.16;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 1.470,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoekster tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over een verzoek tot schadevergoeding. De zaak betreft een loonsanctie die het Uwv ten onrechte aan verzoekster heeft opgelegd. De Raad heeft eerder, op 4 december 2013, vastgesteld dat het Uwv onterecht een loonsanctie heeft opgelegd aan verzoekster, en heeft het onderzoek heropend om te beoordelen of verzoekster recht heeft op schadevergoeding.
Tijdens de zittingen hebben beide partijen hun standpunten uiteengezet. Verzoekster heeft aanspraak gemaakt op schadevergoeding voor verschillende kosten, waaronder premies voor verzekeringen en reiskosten die aan een werknemer zijn betaald. Het Uwv betwistte de aansprakelijkheid voor deze kosten, maar de Raad heeft geoordeeld dat de schadeposten in verband staan met het onrechtmatige besluit van het Uwv.
De Raad heeft vastgesteld dat de schadevergoeding moet worden toegewezen, omdat verzoekster verplicht was om de genoemde bedragen te betalen aan haar werknemer. De Raad heeft de schadevergoeding vastgesteld op € 2.660,80, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn begroot op € 1.470,-. Deze uitspraak bevestigt de aansprakelijkheid van het Uwv voor de schade die verzoekster heeft geleden door de onterechte loonsanctie.