Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- wijst het verzoek om schadevergoeding toe overeenkomstig wat is overwogen in 4.14;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 744,-.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 maart 2016 uitspraak gedaan over een verzoek om schadevergoeding van de curator in het faillissement van een B.V. tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een loonsanctie die ten onrechte was opgelegd aan de werkgever, wat leidde tot schade voor de werknemer. De Raad had eerder op 11 maart 2015 al uitspraak gedaan, waarbij het Uwv was veroordeeld in de kosten van de verzoeker. De curator stelde dat de loonsanctie had geleid tot schade van € 29.135,03, inclusief wettelijke rente. Het Uwv erkende slechts een deel van de schade, maar de Raad oordeelde dat de werkgever recht had op schadevergoeding voor de loonsanctie, inclusief vakantietoeslag en pensioenpremies. De Raad benadrukte dat de schadevergoeding de schuldeiser in de toestand moet brengen waarin hij zou verkeren zonder het schadeveroorzakende feit. Uiteindelijk werd het verzoek om schadevergoeding toegewezen tot een bedrag van € 29.002,26, inclusief wettelijke rente vanaf 1 februari 2013. Daarnaast werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 744,-.