ECLI:NL:CRVB:2015:4875
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om schadevergoeding wegens het ten onrechte niet opleggen van een loonsanctie
In deze zaak heeft appellante, werkzaam als ziekenverzorgende, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar verzoek om schadevergoeding door het Uwv. Appellante was sinds 3 september 2007 ziek en heeft van 2009 tot 2010 gere-integreerd bij haar werkgeefster. Na een weigering van een WIA-uitkering in 2009, is zij in 2010 in dienst getreden bij een andere werkgever. Appellante verzocht om schadevergoeding omdat het Uwv geen loonsanctie had opgelegd aan haar werkgeefster wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en het Uwv had het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen schade was die aan het Uwv kon worden toegerekend. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, oordelend dat appellante geen recht had op 100% van haar loon op basis van de CAO, omdat zij na haar ziekmelding minder dan 35% arbeidsongeschikt was bevonden. De Raad concludeerde dat het verzoek om schadevergoeding terecht was afgewezen, omdat er geen voor vergoeding in aanmerking komende schade resteerde. De uitspraak werd gedaan op 23 december 2015.