dhr. mr. J. Wessels

Het hof stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ over accijnsheffing bij tekort aan accijnsgoederen tijdens transport. De vraag betreft de heffingsbevoegdheid van Nederland of België.

Het hof oordeelt dat de onroerende zaak door verbouwingen de aard van woning heeft verloren en dat meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer als woning te kwalificeren. Hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de in rekening gebrachte betekeningskosten voor naheffingsaanslagen omzetbelasting, nu het uitstel van betaling was beëindigd en de aanslagen onbetaald bleven.

Hoger beroep over de aftrekbaarheid van TBS-verlies en vordering op B.V. Het hof oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij software in privé heeft ontwikkeld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de gastenkamers in de B&B geen woningen zijn, waardoor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek terecht is toegewezen aan belanghebbende.

Het Gerechtshof bevestigt dat de gastenkamers in de B&B van belanghebbende geen woningen zijn, waardoor hij recht heeft op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

Het hof oordeelt dat magische truffels niet onder het verlaagde tarief voor de omzetbelasting vallen, omdat ze geen voedingsmiddelen zijn. Het beroep op rechtszekerheid en vertrouwen wordt verworpen.

Het hof bevestigt dat magische truffels niet onder het verlaagde btw-tarief vallen en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op een hogere teruggaaf van omzetbelasting voor de bouw van een woning met zonnepanelen.

Het hof oordeelt dat magische truffels niet onder het verlaagde tarief voor de omzetbelasting vallen, omdat ze niet als levensmiddelen worden beschouwd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Hoger beroep over vennootschapsbelasting 2014; hof oordeelt dat belanghebbende transactieverlies niet ten laste kan brengen van haar resultaat. Hoger beroep inspecteur gegrond.

Hoger beroep over aanslagen afvalstoffenheffing, rioolheffing en zuiveringsheffing. Hof oordeelt dat heffingsambtenaar niet aannemelijk maakt dat eigenaar belastingplichtig is. Aanslagen vernietigd.

Het hof bevestigt de belastingaanslagen en oordeelt dat belanghebbende inwoner van Nederland is, ondanks verblijf in Zwitserland. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Belanghebbende was betrokken bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen. Hof bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Belanghebbende betrokken bij productie, hof bevestigt eerdere uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Belanghebbende was betrokken bij illegale sigarettenfabriek. Hof bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat naheffingsaanslag terecht is opgelegd.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Belanghebbende betrokken bij productie, aansprakelijkheid bevestigd. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Belanghebbende betrokken bij voorhanden hebben, naheffingsaanslag blijft in stand.

Hoger beroep over naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten; belanghebbende betrokken bij illegale sigarettenfabriek; naheffingsaanslag bevestigd.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag accijns op onveraccijnsde sigaretten. Hof bevestigt eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond.

Het hof bevestigt dat een uitkering uit een beleggingsverzekering na een VSO terecht tot het belastbare inkomen is gerekend. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank over een naheffingsaanslag accijns en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep ongegrond; premiekorting oudere werknemers niet toegekend; immateriële schadevergoeding van € 1.000 wegens overschrijding redelijke termijn.

Het hof bevestigt de afwijzing van de inspecteur van het verzoek om teruggaaf inkomstenbelasting en ambtshalve vermindering voor de jaren 2010-2018, waarbij de ontvangen uitkeringen als belastbaar inkomen worden aangemerkt.

Het hof oordeelt dat de aanslag watersysteemheffing rechtmatig is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen schending van artikel 131 Waterschapswet en geen motiveringsgebrek.

Hoger beroep over watersysteemheffing; hof oordeelt dat rechtbank geen beslissing nam over wettelijke rente. Heffingsambtenaar geeft voldoende inzicht in kostenramingen. Hoger beroep gegrond voor wettelijke rente, niet-ontvankelijk voor dwangsom.

Hoger beroep over WOZ-waarde en heffingen afvalstoffenheffing en rioolheffing van een woonboerderij. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarde en proceskostenvergoeding. Hof vernietigt eerdere uitspraak over proceskosten en stelt deze opnieuw vast. Hoger beroep ongegrond, incidenteel hoger beroep gegrond.

Hoger beroep over terbeschikkingstelling van een paardencomplex en economische huurwaarde. Het hof oordeelt dat het gehele complex ter beschikking is gesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over naheffingsaanslag Bpm; onjuiste tenaamstelling leidt niet tot vernietiging. Proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.750.

Hoger beroep over naheffingsaanslag Bpm voor Ford Edge. Hof bevestigt waarde van € 16.900 en oordeelt dat schade als normale gebruiksschade wordt aangemerkt. Proceskostenvergoeding en griffierecht blijven ongewijzigd.

Hoger beroep over Bpm naheffingsaanslag; hof vermindert naheffingsaanslag tot € 16.257 en bevestigt proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; geen waardevermindering door schadeverleden aangetoond. Hoger beroep ongegrond verklaard.