dhr. mr. J. Wessels

Hoger beroep over btw-heffing bij verkoop auto door B.V. aan dga; hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Het hof oordeelt dat de verkoopprijs de maatstaf van heffing voor btw is bij de verkoop van een auto aan de dga. Er is geen sprake van misbruik van recht en het verkapte dividend behoort niet tot de maatstaf van heffing.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de verkoopprijs de maatstaf van heffing is voor de btw over de verkoop van een auto aan de dga. Hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

Hoger beroep van de inspecteur tegen uitspraak rechtbank over aanslagen IB/PVV. Hof bevestigt dat belanghebbende vertrouwen kon ontlenen aan VAR-WUO en dat haar beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt.

Het hof oordeelt dat HOVO-cursussen niet vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Belanghebbende ontvangt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hersteluitspraak van Gerechtshof 's-Hertogenbosch over vergoeding immateriële schade, vastgesteld op € 1.000, en proceskostenvergoeding van € 218,75 aan belanghebbende.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslagen kansspelbelasting en verzuimboeten aan belanghebbende, oordelend dat de kansspelbelasting niet in strijd is met de BTW-richtlijn en dat de verzuimboeten passend zijn.

Het hof stelt een prejudiciële vraag aan het HvJ over accijnsheffing bij tekort aan accijnsgoederen tijdens transport. De vraag betreft de heffingsbevoegdheid van Nederland of België.

Hoger beroep van belanghebbende tegen informatiebeschikkingen voor de jaren 2008-2014. Het hof bevestigt dat de rechtbank de beschikkingen voor 2008-2012 niet-ontvankelijk heeft verklaard en dat de beschikkingen voor 2010, 2013 en 2014 terecht zijn gegeven.

Hoger beroep over informatiebeschikkingen van de Belastingdienst inzake belastingplicht na emigratie van belanghebbende naar Jersey. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de inspecteur rechtmatig informatie heeft opgevraagd.

Hoger beroep van een Limited tegen informatiebeschikking van de Belastingdienst ongegrond verklaard; gelegenheid tot verstrekken van informatie binnen vier weken.

Hoger beroep van een café-exploitant tegen belastingaanslagen en vergrijpboeten. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het hof oordeelt dat de periodieke uitkeringen van belanghebbende belastbaar zijn en dat zijn beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; hof oordeelt dat artikel 110 VWEU niet van toepassing is op auto van buiten de EU; naheffingsaanslag blijft gehandhaafd.

Het hof oordeelt dat de aanslag OZB gebruiker terecht is opgelegd aan belanghebbende, ondanks de sluiting wegens coronamaatregelen, omdat er sprake was van duurzaam gebruik.

Hoger beroep over vermogensrendementsheffing 2015 en 2016; hof oordeelt dat belanghebbende geen individuele en buitensporige last heeft aangetoond; hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep ongegrond; aanslag IB/PVV en ZVW 2016 bevestigd na veroordeling voor drugssmokkel.

Het hof oordeelt dat de licentievergoedingen onzakelijk zijn en niet aftrekbaar van de winst. De navorderingsaanslagen VPB en naheffingsaanslag OB zijn verminderd.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en onzakelijke licentievergoedingen. Het hof bevestigt de correcties en vermindert enkele boetes.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV wegens onzakelijke licentievergoedingen en winstuitdelingen. Het hof bevestigt de correcties door de inspecteur en past de aanslagen aan.

Het hof vernietigt de boetebeschikking, maar bevestigt de naheffingsaanslag omzetbelasting. De inspecteur heeft onvoldoende bewijs geleverd voor opzet of grove schuld van de belanghebbende.

Het hof oordeelt dat de inspecteur voldoende rekening heeft gehouden met schade bij de BPM-berekening, maar dat de belanghebbende recht heeft op een hogere kostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Het hof oordeelt dat belanghebbende geen schade heeft aangetoond voor BPM en wijst de herleidingsmethode af, maar verhoogt de kostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de inspecteur ten onrechte geen rekening heeft gehouden met schade. Het hoger beroep is ongegrond.

Hoger beroep ongegrond; naheffingsaanslag BPM bevestigd op basis van CO2-uitstoot registratie.

Hoger beroep over belastingaanslag IB/PVV 2018; belanghebbende kan slechts 50% van hypotheekrente aftrekken na echtscheiding.

Het hof bevestigt de belastingaanslag en oordeelt dat de uitkering uit de kapitaalverzekering terecht als belastbaar inkomen is aangemerkt.

Hoger beroep van de inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank over de aanslag IB/PVV 2017. Hof bevestigt dat belanghebbende zich kan beroepen op het vertrouwensbeginsel en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over levensloopregeling en belastingaanslag IB/PVV 2015; geen recht op 80%-regeling; uitkering als inkomen uit tegenwoordige arbeid; vergoeding immateriële schade van € 3.000.

Hoger beroep over aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen; omkering en verzwaring van de bewijslast niet van toepassing; hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof oordeelt dat de naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing terecht zijn opgelegd, maar vermindert de verzuimboete tot nihil. De belanghebbende heeft niet aangetoond dat de rode diesel uit het buitenland komt.

Hoger beroep over IB-aanslagen 2014-2020; schending hoorplicht en schadevergoeding. Het hof wijst zaken terug naar inspecteur voor hoorplicht.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond inzake de aftrekbaarheid van verbouwingskosten voor een monumentenpand.

Hoger beroep inzake aanslag IB/PVV 2015; hof oordeelt dat aanslag tijdig is opgelegd en stelt stakingswinst vast op € 84.000.

Het hof oordeelt dat de onroerende zaak door verbouwingen de aard van woning heeft verloren en dat meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer als woning te kwalificeren. Hoger beroep ongegrond.

Het hof verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk omdat de gemachtigde geen recente machtiging heeft overgelegd en het hoger beroep eerder niet-ontvankelijk was verklaard.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting; ontvankelijkheid en correctie voorbelasting bevestigd.

Hoger beroep over vennootschapsbelasting 2018; hof bevestigt dat inspecteur aanslag mag opleggen voor afloop aangiftetermijn; vaststelling zakelijke huur op € 13.500.

Hoger beroep over vennootschapsbelasting 2017; omkering bewijslast; schatting huurinkomsten op basis van WOZ-waarde bevestigd.

Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur niet-ontvankelijk en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Belanghebbende's verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Het hof oordeelt dat de stille maatschap tot stand is gekomen en dat belanghebbende recht heeft op de zelfstandigenaftrek. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd, met uitzondering van beslissingen over griffierecht en schadevergoeding.

Het hof bevestigt de in rekening gebrachte betekeningskosten voor naheffingsaanslagen omzetbelasting, nu het uitstel van betaling was beëindigd en de aanslagen onbetaald bleven.

Hoger beroep over de aftrekbaarheid van TBS-verlies en vordering op B.V. Het hof oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij software in privé heeft ontwikkeld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de gastenkamers in de B&B geen woningen zijn, waardoor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek terecht is toegewezen aan belanghebbende.

Het Gerechtshof bevestigt dat de gastenkamers in de B&B van belanghebbende geen woningen zijn, waardoor hij recht heeft op kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Hoger beroep van de inspecteur ongegrond.

Het hof oordeelt dat magische truffels niet onder het verlaagde tarief voor de omzetbelasting vallen, omdat ze geen voedingsmiddelen zijn. Het beroep op rechtszekerheid en vertrouwen wordt verworpen.

Het hof bevestigt dat magische truffels niet onder het verlaagde btw-tarief vallen en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op een hogere teruggaaf van omzetbelasting voor de bouw van een woning met zonnepanelen.

Het hof oordeelt dat magische truffels niet onder het verlaagde tarief voor de omzetbelasting vallen, omdat ze niet als levensmiddelen worden beschouwd. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.