Conclusie
Inleiding
Het eerste middel: bewijs van op de uitkijk staan
I = [verdachte]
I = Ej, luister dan ej
F = Heh...
Het hof acht dan ook bewezen dat verdachte medeplichtig is geweest aan de inbraak die [betrokkene 1] heeft gepleegd.”
Het tweede middel: onttrekking aan het verkeer
Inbeslaggenomen voorwerpen
Alle bedragen zijn weergegeven in euro's”
Stb. 2013/485). Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat tot die wet leidde, blijkt dat een redactionele wijziging is beoogd en dat de uitsluiting in art. 77a Sr van bepaalde voorzieningen uit het strafrecht voor volwassenen onverlet laat dat sommige daarvan in de bijzondere bepalingen van art. 77d Sr tot en met 77gg Sr voor jeugdigen van (overeenkomstige) toepassing zijn verklaard. [20]
Stb. 2000/530), is om die reden art. 337, tweede lid, Sr ingevoegd. Degene die “enkele” nagemaakte goederen in voorraad heeft, is op grond van die bepaling niet strafbaar. Blijkens de memorie van toelichting is daarbij gedoeld op een gering aantal, waarbij in beginsel moet worden gedacht aan twee of drie exemplaren, maar ook meer goederen voor eigen gebruik (bijvoorbeeld als het gaat om een hobbycollectie) sluit zij niet uit: “Bepalend voor de grens is derhalve de aard van de nagemaakte goederen, waarbij mede in acht genomen moet worden of het aantal aangetroffen exemplaren nog steeds te rijmen is met de stellingname dat het bezit uitsluitend dient voor eigen gebruik”. [27] Een beroep op deze strafuitsluitingsgrond zal volgens de memorie van toelichting geen kans van slagen maken wanneer tien nagemaakte designstoelen verpakt in een schuurtje achter een huis worden aangetroffen. Uit dit voorbeeld maak ik op dat ook de omstandigheden waaronder de goederen worden aangetroffen relevant zijn. En uit de rechtspraak van de Hoge Raad lijkt te kunnen worden afgeleid dat een
nietvoor eigen gebruik bestemde partij namaakartikelen vatbaar kan zijn voor onttrekking aan het verkeer. [28]