De beoordeling van het hof
Het hof overweegt dat, indien de lezing van de verdachte zou worden gevolgd, dit inhoudt dat [betrokkene 1], nadat zij een volgens [betrokkene 3] rustig verlopen gesprek had gehad met [betrokkene 3] en later met de moeder van de verdachte, zeer kort daarna naar [betrokkene 4] is gegaan en belastend over de verdachte en de medeverdachten heeft verklaard. Dit zou dan moeten zijn voortgevloeid uit een plan dat [betrokkene 1] had bedacht om de verdachte een loer te draaien. Daarbij zou zij zich, nadat zij bij [betrokkene 3] en de moeder van de verdachte was geweest, hebben laten mishandelen door [betrokkene 4] en haar eigen haar deels hebben afgeknipt, om vervolgens direct daarna samen met [betrokkene 4] aangifte te doen bij de politie. Gezien het tijdsverloop, zoals blijkt uit het dossier, zou aangeefster dit plan binnen zeer korte tijd hebben moeten bedenken en ook nog moeten uitvoeren, zou zij [betrokkene 4] hebben moeten bewegen daaraan mee te werken en zou zij daarover, bij de onmiddellijk daarop volgende gesprekken/aangifte bij de politie, consistent hebben moeten verklaren, dat alles met het gevolg dat niet alleen de verdachte, maar ook haar goede vriendin [betrokkene 2] en [betrokkene 3] in een kwaad daglicht zouden worden gesteld, terwijl [betrokkene 1] slechts de intentie had om wraak te nemen op de verdachte. Deze door verdachte gestelde gang van zaken komt het hof hoogst onwaarschijnlijk voor.
De lezing van de verdachte zou in de visie van de verdediging ondersteund worden door de verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 2] (hulpverleenster in het huis waar [getuige 1] en [betrokkene 2] hebben verbleven) en [getuige 3] (moeder van de zussen). Deze verklaringen acht het hof echter in het geheel niet betrouwbaar. [getuige 1] is door de moeder van [betrokkene 2] gevraagd om te getuigen.15 Volgens de getuige [getuige 2] heeft [getuige 1] met haar gesproken over een verzoek van [betrokkene 1] om voor haar te getuigen, maar heeft hij ervoor gekozen voor [betrokkene 2] te gaan getuigen.16 Deze gang van zaken roept twijfel op over het motief van de getuige [getuige 1] om te verklaren zoals hij heeft gedaan, zeker in aanmerking nemend dat hij, toen hij zich bereid verklaarde te getuigen, in een ernstig conflict was geraakt met [betrokkene 1].17
De verklaringen die [getuige 1] heeft afgelegd zijn bovendien onduidelijk en op onderdelen tegenstrijdig. Deze getuige spreekt op het punt waar het op aankomt, namelijk de mogelijke valsheid van de aangifte van [betrokkene 1], voornamelijk in veronderstellingen en door hem getrokken conclusies, welke hij -zoals ook nog ter terechtzitting in hoger beroep van 6 februari 2013 is gebleken- niet kan onderbouwen.
De verklaring van de getuige [getuige 2] is, alweer op het punt waar het om gaat, uitsluitend gebaseerd op hetgeen [getuige 1] haar heeft verteld, zodat deze -gezien hetgeen het hof hiervoor omtrent de betrouwbaarheid van de verklaringen van [getuige 1] heeft overwogen- niet ter ondersteuning van de verklaring van de verdachte kan dienen.
De getuige [getuige 3] is de moeder van de verdachte en de medeverdachten en is degene die [getuige 1] heeft benaderd om een verklaring als getuige af te leggen. [getuige 3] heeft bovendien eerst een verklaring afgelegd nadat zij kennis had genomen van het strafdossier en de mogelijkheid heeft gehad haar verklaring af te stemmen op die van haar dochters. Het hof twijfelt dan ook ernstig aan het waarheidsgehalte van haar verklaring.
De conclusie moet dus zijn dat een hoogst onwaarschijnlijk scenario, zoals dat door de verdachte en haar medeverdachten wordt geschetst, slechts steun vindt in de verklaringen die het hof als volstrekt onbetrouwbaar terzijde legt.
De omstandigheid dat bij [betrokkene 1] op 21 augustus 2009 slechts lichte verwondingen zijn geconstateerd, vormt geen indicatie dat het ten laste gelegde niet zou zijn gebeurd. Naar het oordeel van het hof wordt de verklaring van [betrokkene 1] ondersteund door andere bewijsmiddelen en het hof acht, mede gelet op die ondersteunende bewijsmiddelen, haar relaas betrouwbaar. [betrokkene 4] heeft onder meer verk[l]aard dat aangeefster op de dag dat zij ongewenst seksueel benaderd was door de vader van de verdachte erg overstuur was. Voorts heeft hij verklaard dat de verdachte hem een sms-bericht had gestuurd en met hem wilde praten. Hij heeft vervolgens de verdachte gesproken en hij beschrijft de teneur van het gesprek als bedreigend. Daarnaast heeft hij verklaard dat [betrokkene 1] een afspraak had met [betrokkene 3]. Samen met [betrokkene 1] is hij naar de Elandstraat gegaan alwaar zij [betrokkene 3] troffen en hij heeft [betrokkene 3] toen gevraagd of hij bij het gesprek aanwezig mocht zijn. [betrokkene 3] wilde dit niet. Een uur nadat [betrokkene 3] met de verdachte mee was gegaan heeft hij geprobeerd [betrokkene 1] te bellen, maar zij nam niet op. Hij heeft haar later nog tweemaal gebeld en ook toen heeft zij niet opgenomen. Hij vond dit vreemd, omdat zij normaal altijd zijn telefoontjes direct beantwoordt.18 Op een gegeven moment werd hij gebeld door [betrokkene 1]. Zij heeft hem toen verteld dat zij in elkaar geslagen was door de drie zussen en dat zij naaktfoto's van haar hadden gemaakt. Vervolgens is er telefonisch contact geweest tussen [betrokkene 4] en een van de zusjes [verdachte en betrokkene 2 en 3], die hem vertelde dat 'zij' [betrokkene 1] hadden geslagen en foto's van haar hadden gemaakt. Op de achtergrond hoorde hij gelach en meerdere stemmen.19 Later heeft [betrokkene 4] [betrokkene 1] naar het politiebureau gebracht om aangifte te doen.20
De verbalisant heeft de aangifte van [betrokkene 1] op 21 augustus 2009 om 18:32 uur opgenomen. Zij heeft toen waargenomen dat aangeefster letsel had en dat er plukken haar waren afgeknipt.21 Zij heeft hiervan foto's gemaakt.
De verklaring van [betrokkene 4] en de waarneming van de verbalisant worden op hun beurt weer ondersteund door het telefoongesprek tussen [betrokkene 4] en een van de zusjes vlak voor de aangifte, evenals door het opgenomen telefoongesprek tussen de verdachte en [betrokkene 4]. In beide gesprekken geven de verdachte en/of [betrokkene 3] aan dat [betrokkene 1] door hen is geslagen en dat er foto's van haar zijn gemaakt. Daarnaast zegt de verdachte in het laatstgenoemde telefoongesprek tegen [betrokkene 4] dat hij ([betrokkene 4]) nog wel zal zien waar die foto's op komen.22 De verdachte heeft weliswaar beweerd dat zij boos was op [betrokkene 4] en hem daarom wilde kwetsen,23 maar de verdachte heeft naar het oordeel van het hof geen begrijpelijke verklaring kunnen geven voor hetgeen zij omtrent het slaan en de foto's in dat gesprek heeft gezegd. Het hof verwijst voor de waardering van dit telefoongesprek naar rechtsoverweging 1.4.1.
De aangifte van [betrokkene 1] vindt voorts ondersteuning in de verklaring van [betrokkene 5] waar hij heeft verklaard dat hij op of omstreeks 21 augustus 2009 [betrokkene 3] met een zus en een vriendin heeft vervoerd van de woning van [betrokkene 3] naar de woning van de moeder van [betrokkene 3].24 Dit komt overeen met de verklaring van [betrokkene 1] en weerspreekt de verklaring van de verdachte op dit punt.
Tenslotte overweegt het hof ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster en [betrokkene 4] het volgende. Het hof heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 6 februari 2013 [betrokkene 1] en [betrokkene 4] als getuige gehoord. Het hof is van oordeel dat deze hierbij op essentiële punten, zoals ten aanzien van het tijdspad en het contact met de verdachte en de medeverdachten, consistent en geloofwaardig hebben verklaard. Het feit dat [betrokkene 1] dan wel [betrokkene 4] zich enkele details, ruim drie jaar na het ten laste gelegde feit, niet meer specifiek kunnen herinneren, doet daar naar het oordeel van het hof niet aan af.
Gelet op al het voorgaande acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte, met haar zussen [betrokkene 3] en [betrokkene 2], [betrokkene 1] op 21 augustus 2009 wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd en heeft mishandeld.
Voetnoten
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal wordt -tenzij anders vermeld- bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Wanneer hierna wordt verwezen naar processen-verbaal en geschriften met paginanummers, betreft dit paginanummers van processen-verbaal en geschriften in het doorgenummerde dossier met de nummers 1513/2009/43210-73, 1513/2009/43210-91, 1513/2009/43210-107, 1513/2009/43210-98, 1513/2009/43210-109, 1513/2009/43210-113, 1513/2009/43210-120, blz. 1 t/m 468.
2 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 74; proces-verbaal van verhoor medeverdachte [betrokkene 2] d.d. 21 september 2009, blz. 118.
3 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 74.
4 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 75; proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 4] d.d. 30 september 2009, blz. 201.
5 Verklaring medeverdachte [betrokkene 3] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012.
6 Verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012; proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 75; verklaring aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013;
7 Verklaring aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013; proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 75; verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012.
8 Verklaring aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013; proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 76; verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012.
9 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 september 2009, blz. 107; verklaring van aangeefster [betrokkene 1] bij de rechter-commissaris d.d. 10 februari 2010, par. 18; proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2009, blz. 76.
10 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 augustus 2009, blz. 77 en 78; verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012; proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 5] d.d. 22 oktober 2009, blz. 234; verklaring aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2009, blz. 92 en 93.
12 Proces-verbaal van bevindingen van de officier van justitie d.d. 1 oktober 2009; zie eveneens de verklaring van de getuige [betrokkene 4] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013 en de verklaring van de getuige [getuige 1] ter terechtzitting in hoger beroep van 6 februari 2013 dat [betrokkene 2] 'van vrouwen houdt'.
13 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2009, blz. 76; verklaring van aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
14 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2009, blz. 77; verklaring van aangeefster [betrokkene 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
15 Verklaring van getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris d.d. 10 februari 2010, par. 6.
16 Verklaring van getuige [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 8 maart 2010, par. 10.
17 Verklaring van getuige [getuige 1] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
18 Proces-verbaal van verhoor van getuige [betrokkene 4] d.d. 30 september 2009, blz. 202, en bij de rechter-commissaris d.d. 8 maart 2010; verklaring van de getuige [betrokkene 4] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
19 Verklaring van de getuige [betrokkene 4] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
20 Proces-verbaal van verhoor van getuige [betrokkene 4] d.d. 30 september 2009, blz. 203; verklaring van de getuige [betrokkene 4] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
21 Proces-verbaal van aangifte d.d. 21 september 2009, blz. 73, incl. foto's blz. 80 t/m 86.
22 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 september 2009, blz. 92 en 93; verklaring van de getuige [betrokkene 4] ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 6 februari 2013.
23 Verklaring verdachte ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 11 januari 2012.
24 Proces-verbaal van verhoor getuige [betrokkene 5] d.d. 22 september 2009, blz. 122 en 123."