Conclusie
middelbevat de klacht dat het oordeel van het hof dat de vordering van de benadeelde partij [betrokkene 3] integraal dient te worden toegewezen onbegrijpelijk is, althans ontoereikend gemotiveerd.
- 2) medische kosten: € 1.233,77
- 3) gederfde inkomsten: € 2.150,--
- 4) reiskosten: € 27,22
Ook heeft de benadeelde partij gevraagd een schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank acht de post immateriële schade te hoog en zal deze naar redelijkheid en billijkheid vaststellen op een bedrag van € 1.000,-.
De post ‘gederfde inkomsten’ acht de rechtbank in het geheel onvoldoende onderbouwd.
Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om zijn stellingen alsnog nader te onderbouwen leidt tot een onevenredige vertraging van de strafrechtelijke procedure, zodat de rechtbank de benadeelde partij ten aanzien van deze schadepost niet-ontvankelijk zal verklaren. De benadeelde partij kan zijn vordering in zoverre slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 2.460,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum waarop het strafbare feit is gepleegd. Daarnaast zal de rechtbank verdachte veroordelen tot betaling van de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt of zal maken voor rechtsbijstand en de executie van dit vonnis.
(…)”
(…)