ECLI:NL:HR:2000:AA4262
Hoge Raad
- Cassatie
- A. Davids
- J. Koster
- M. Balkema
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch inzake mishandeling
Op 11 januari 2000 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een cassatiezaak tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch, dat op 19 augustus 1998 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1933, die werd beschuldigd van mishandeling. Het Hof had in hoger beroep het vonnis van de Politierechter in de Arrondissementsrechtbank te Roermond van 17 februari 1997 vernietigd en de verdachte strafbaar verklaard, maar geen straf of maatregel opgelegd. Tevens werd de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van ƒ632,-, met de verplichting voor de verdachte om dit bedrag te betalen aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer, met de mogelijkheid van hechtenis voor twaalf dagen indien niet betaald.
De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, vertegenwoordigd door mr. T.P. Klaassen, advocaat te Helden. De benadeelde partij heeft ook een middel van cassatie voorgesteld. De Advocaat-Generaal Wortel heeft geconcludeerd dat de Hoge Raad het beroep zal verwerpen. De Hoge Raad heeft de voorgestelde middelen van de verdachte en de benadeelde partij beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad oordeelde dat de benadeelde partij haar vordering in hoger beroep niet kon vermeerderen, ook niet met wettelijke rente, omdat deze niet op de juiste wijze was gevorderd in eerste aanleg.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, zonder dat er grond was voor vernietiging van de bestreden uitspraak. Dit arrest is gewezen door vice-president A. Davids, samen met de raadsheren J. Koster en M. Balkema, en is uitgesproken op 11 januari 2000.