ECLI:NL:HR:2004:AP1492
Hoge Raad
- Cassatie
- F.H. Koster
- A.J.A. van Dorst
- J. de Hullu
- Rechtspraak.nl
Beperkingen voor benadeelde partij in hoger beroep bij schadevergoeding
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 september 2004 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft de omvang van de vordering van de benadeelde partij in hoger beroep. De benadeelde partij had in eerste aanleg een schadevergoeding gevorderd, maar in hoger beroep een hoger bedrag opgevoerd. De Hoge Raad oordeelt dat de benadeelde partij in hoger beroep niet alsnog schadeposten mag opvoeren die in eerste aanleg niet zijn opgevoerd, noch het gevorderde bedrag mag verhogen. Dit is in lijn met eerdere jurisprudentie (HR NJ 1998, 449). De Hoge Raad verwerpt het beroep van de benadeelde partij, omdat deze geen redelijk belang heeft bij haar klachten over de berekening van het hof. De Hoge Raad bevestigt de beslissing van het hof om de vordering van de benadeelde partij tot een lager bedrag toe te wijzen dan in hoger beroep was gevorderd.
De zaak is gestart met een vordering van de benadeelde partij, die in eerste aanleg door de politierechter is toegewezen. De benadeelde partij had een vordering van fl. 3.753,-- ingediend, waarvan fl. 353,-- materiële kosten, fl. 1.000,-- voorschot medische kosten en fl. 2.400,-- smartengeld. In hoger beroep heeft de benadeelde partij haar vordering verhoogd naar € 2.423,06, wat door de verdachte werd betwist. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij uiteindelijk toegewezen, maar de Hoge Raad heeft deze beslissing vernietigd voor wat betreft de verhoging van het bedrag.
De Hoge Raad concludeert dat de benadeelde partij geen recht heeft op de verhoging van de schadevergoeding in hoger beroep, omdat dit in strijd is met de wet. De uitspraak van de Hoge Raad benadrukt de noodzaak voor benadeelde partijen om zich aan de wettelijke beperkingen te houden bij het indienen van vorderingen in hoger beroep. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de rechtspraktijk, vooral voor de behandeling van schadevergoedingen in strafzaken.