3.1.Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
Is belanghebbende in 2017 verplicht verzekerd voor de Nederlandse socialezekerheidswetgeving en om die reden premieplichtig? Meer in het bijzonder is in geschil of de inspecteur is gebonden aan de afgegeven A1-verklaring (hoger beroep belanghebbende).
Is sprake van strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, in het bijzonder het evenredigheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel (hoger beroep belanghebbende)?
Is sprake van strijd met het Unierechtelijke evenredigheidsbeginsel (hoger beroep belanghebbende)?
Heeft belanghebbende recht op verrekening van in het buitenland geheven premies conform artikel 73, lid 2, Verordening (EG) nr. 987/2009 (hierna: de Toepassingsverordening) (hoger beroep belanghebbende)?
Is het fiscale loon tot een juist bedrag vastgesteld (hoger beroep belanghebbende en incidenteel hoger beroep inspecteur)?
Kan belanghebbende zich met succes beroepen op het gelijkheidsbeginsel, mede in verband met het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 14 maart 2014, DGB 2014/144M(hierna: het Besluit 2014) (hoger beroep belanghebbende)?
7. Heeft belanghebbende recht op een tegemoetkoming zoals voorzien in Regeling tijdelijke tegemoetkoming rijnvarenden (hierna: de RTTR) (hoger beroep belanghebbende)?
8. Komt het instellen van incidenteel hoger beroep door de inspecteur in strijd met correctiebeleid van de Belastingdienst (hoger beroep belanghebbende)?
9. Heeft de rechtbank bij het toekennen van de proceskostenvergoeding de juiste wegingsfactor toegepast (incidenteel hoger beroep inspecteur)?