Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil en conclusies van partijen
- Kon belanghebbende de onjuistheid in de aangifte na 1 mei 2018 nog herstellen om aan het overgangsrecht van artikel 6.2 Wtl te voldoen, in het licht van het evenredigheidsbeginsel, zorgvuldigheidsbeginsel en vertrouwensbeginsel?
- Is het weigeren van het loonkostenvoordeel in strijd met artikel 1 van het Eerste Protocol van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM)?
- Indien belanghebbende recht heeft op premiekorting voor oudere werknemers, geldt dat dan ook voor werknemer [werknemer 16] ?
4.Gronden
- de stelling van de inspecteur betreft geen stelling die het hof ambtshalve zou hebben kunnen opwerpen;
- de stelling van de inspecteur en het rapport dwingen tot een nader onderzoek van feitelijke aard;
- van belanghebbende kan redelijkerwijs niet worden verwacht dat zij zonder nadere voorbereiding op de stelling en het rapport zou reageren, hetgeen inhoudt dat de zaak op de zitting zou moeten zijn aangehouden; en
- ten slotte, maar niet minder van belang, niet valt in te zien waarom de inspecteur de stelling niet in een eerder stadium van het hoger beroep dan in zijn pleitnota tijdens het onderzoek ter zitting in hoger beroep naar voren heeft kunnen brengen, vooral ook gelet op het feit dat het rapport van 2020 is.
uw aangiften loonheffingen over 2018, hebben wij berekend dat u in aanmerking komt voor een of meer tegemoetkomingen uit de Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl). In deze brief leest u meer
hierover.”
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 1.000;
- bepaalt dat de inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht voor de behandeling van het hoger beroep bij het hof van € 548 vergoedt;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij het hof van € 218,75.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).