ECLI:NL:HR:2013:CA3937
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- C.H.W.M. Sterk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over goede procesorde en tardieve stellingen in belastingzaken
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2013 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz). De belanghebbende, een belastingplichtige, had tegen de uitspraken van de Inspecteur bezwaar gemaakt, waarna de Rechtbank te Haarlem enkele van deze uitspraken vernietigde. De belanghebbende ging in hoger beroep bij het Gerechtshof te Amsterdam, dat de uitspraak van de Rechtbank gedeeltelijk bevestigde en gedeeltelijk vernietigde. De belanghebbende stelde vervolgens cassatie in tegen de uitspraak van het Hof.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof terecht de nieuwe stellingen van de belanghebbende als tardief had verklaard. Deze stellingen, die tijdens de zitting naar voren waren gebracht, betroffen nieuwe geschilpunten die een nader feitelijk onderzoek vereisten. Het Hof had in zijn beoordeling de belangen van de belanghebbende afgewogen tegen de noodzaak van een doelmatige procedure. De Hoge Raad concludeerde dat het Hof geen onjuiste rechtsopvatting had gehanteerd en dat de oordelen van het Hof niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd waren.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarmee de uitspraak van het Gerechtshof in stand bleef. Dit arrest benadrukt het belang van een goede procesorde en de gevolgen van het te laat inbrengen van nieuwe stellingen in belastingprocedures.