Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 21 juli 2020
[belanghebbende] te [woonplaats], belanghebbende,
[de inspecteur]
Procesverloop
Vaststaande feiten
Oordeel van de Rechtbank
Bevoegdheid
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om de verzekeringsplicht voor de Nederlandse volksverzekeringen van een Rijnvarende, die in hoger beroep is gekomen tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. De belanghebbende, die in Nederland woont en werkt op een schip dat in de Rijnvaart vaart, heeft een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft bepaald dat hij onder de Nederlandse socialezekerheidswetgeving valt, wat door de Rechtbank Rotterdam is bevestigd. De belanghebbende betwist deze beslissing en stelt dat hij in Luxemburg verzekerd is. Het Hof oordeelt dat de belanghebbende in 2013 in Nederland verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen, omdat hij als Rijnvarende valt onder de Nederlandse wetgeving. De Inspecteur is bevoegd om premies te heffen, ook zonder een A1-verklaring. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.