Uitspraak
OVERWEGINGEN
22 april 2015, ECLI:NL:CRVB:2015:1295).
Centrale Raad van Beroep
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep wordt de zaak behandeld van een appellant die een WIA-uitkering ontvangt en betrokken is geweest bij een hennepkwekerij. De Raad oordeelt over de herziening van de WIA-uitkering en de terugvordering van teveel ontvangen uitkering door het Uwv. De appellant heeft vanaf 23 februari 2010 een WIA-uitkering ontvangen, maar op 4 april 2011 werd een hennepkwekerij met 30 planten op zijn adres aangetroffen. Het Uwv heeft op basis van een frauderapport de WIA-uitkering herzien en een bedrag van € 1.968,16 teruggevorderd. De rechtbank heeft het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de appellant is in hoger beroep gegaan.
De Raad constateert dat er inconsistenties zijn in de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het Uwv heeft de opbrengst van hennep gebaseerd op informatie van het Nationaal Netwerk Drugsexpertise, terwijl het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie een lagere opbrengst hanteert. De Raad oordeelt dat het Uwv niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het van de informatie van het NND is uitgegaan en draagt het Uwv op om het gebrek te herstellen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige berekening van wederrechtelijk verkregen voordeel en de verplichting van het Uwv om de feiten aannemelijk te maken bij terugvordering van uitkeringen.