ECLI:NL:RBROT:2019:6987
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- J. Gans
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van betalingsonmacht en misbruik van recht bij griffierecht in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 2 september 2019 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure waarbij eiser een beroep deed op betalingsonmacht met betrekking tot het griffierecht. Eiser had eerder herhaaldelijk verzoeken ingediend om bijzondere bijstand voor de kosten van griffierecht, welke verzoeken door verweerder, het Drechtstedenbestuur, waren afgewezen. De rechtbank heeft ambtshalve onderzocht of eiser ontheffing van de verplichting tot het betalen van griffierecht moest worden verleend, gezien de mogelijkheid van misbruik van recht. De rechtbank constateerde dat eiser een grote hoeveelheid aanvragen en procedures had ingediend tegen verweerder en andere instanties, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van misbruik van recht, tenzij het tegendeel kon worden aangetoond.
De rechtbank heeft verder overwogen dat er geen noodzaak was voor het maken van kosten in deze procedure, aangezien de kosten van het griffierecht van € 79 niet gerelateerd waren aan een omgangsregeling met zijn zoon, maar aan een verzoek tot het horen van bestuurders van een jeugdhulpinstelling. Eiser had in het verleden al vele procedures gevoerd tegen instanties die betrokken waren bij de uithuisplaatsing van zijn zoon, en het bleek dat zijn procedeergedrag niet gericht was op het herstellen van contact met zijn zoon, maar op het voortzetten van de strijd met betrokken instanties.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser, gezien zijn eerdere gedrag en de afwijzingen van zijn verzoeken om bijzondere bijstand, geen recht had op ontheffing van het griffierecht. Het beroep van eiser werd daarom niet-ontvankelijk verklaard, en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. Deze uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.