Uitspraak
17.4842 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, die op 21 april 2017 het beroep tegen het besluit van het Drechtstedenbestuur ongegrond verklaarde. Appellant had op 21 juni 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van griffierecht in verband met twee procedures tegen Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. Het Drechtstedenbestuur heeft de aanvraag op 12 juli 2016 buiten behandeling gesteld, omdat appellant niet tijdig de gevraagde gegevens had overgelegd. Appellant stelde dat hij de gevraagde gegevens op 2 juli 2016 had verzonden, maar kon dit niet aannemelijk maken. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het bestuur bevoegd was om de aanvraag buiten behandeling te stellen, omdat appellant niet kon aantonen dat hij de stukken tijdig had verzonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af. Er zijn geen gronden voor een proceskostenveroordeling.