ECLI:NL:CRVB:2018:2253
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor griffierecht en onbevoegdheid bestuursrechter inzake verzoek om inzage dossier
Op 24 juli 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 april 2017. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellant, die de kosten van griffierecht voor een procedure bij de rechtbank Rotterdam wilde dekken. De rechtbank had eerder het beroep tegen het bestreden besluit van het Drechtstedenbestuur ongegrond verklaard. Appellant stelde dat de procedure noodzakelijk was, maar de Raad oordeelde dat de kosten voor het griffierecht niet noodzakelijk waren. De Raad concludeerde dat de beslissing van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant op het verzoek van appellant om inzage in het dossier van zijn biologische dochter geen besluit is waartegen beroep openstaat. Hierdoor was de bestuursrechter onbevoegd om van het beroep kennis te nemen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees de aanvraag voor bijzondere bijstand af, omdat de kosten niet noodzakelijk waren. Er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.