ECLI:NL:CRVB:2018:2248
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de buiten behandelingstelling van een aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant had bijzondere bijstand aangevraagd voor griffierechten, maar zijn aanvraag werd door het Drechtstedenbestuur buiten behandeling gesteld omdat hij niet tijdig de gevraagde financiële gegevens had overgelegd. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond. In hoger beroep heeft de appellant zich verzet tegen deze uitspraak, maar de Raad oordeelde dat het bestuur de appellant voldoende gelegenheid had gegeven om de benodigde gegevens te overleggen. De Raad concludeerde dat de appellant niet had voldaan aan de informatieverplichting en dat het bestuur terecht de aanvraag buiten behandeling had gesteld. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.