Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verwijzingsvonnis van de kantonrechter van 19 december 2017,
- de pleidooizitting van 26 juni 2018, de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitaantekeningen van partijen, alsmede het na de pleidooizitting opgestelde proces-verbaal van de zitting.
2.De feiten
. (…)
ingevolge artikel 3:40 lid 2 BW nietig. Namens cliënt wordt een beroep gedaan op de aldus ontstane nietigheid.
"opt-out-verklaring" in 2007 aangegeven niet aan die regeling gebonden te willen zijn.
mr. J.R. van Staveren, gemachtigde van Dexia, beantwoord. Hierin staat:
3.De vordering in conventie
4.De vordering in reconventie en in voorwaardelijke reconventie
5.Het geschil en de beoordeling daarvan in conventie
's-Hertogenbosch volgt ook dat hij er geen weet van had dat de desbetreffende tussenpersoon beleggingsadviezen gaf. Er is volgens Dexia geen reden om aan te nemen dat Dexia die wetenschap met betrekking tot Spaar Select wel gehad zou hebben. Dexia betwist voorts dat zij enige vorm van zeggenschap of controle had over het optreden van Spaar Select. Ter zitting heeft Dexia daarnaast aangevoerd dat uit een reconstructie van de AFM van het toenmalige register is gebleken dat Spaar Select wel degelijk stond ingeschreven in het register, zodat het betoog van [eiser] over schending van 41 NR 1999 niet kan slagen.
€ 3.348,00(2 punten × € 600,00 + 2 punten × € 1.074,00)