Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Econvert Water & Energy B.V.,
Econvert, en
[appellant 2],
[appellant 2],
Econvert c.s.,
1.de vennootschap naar buitenlands recht Voith Paper GmbH & Co,
Voith GmbH, en
Voith Paper B.V.,
Voith B.V.,
Voith c.s.,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling in het principaal en incidenteel hoger beroep
[Y] en/of mevrouw [Z] van [deurwaarderskantoor] Gerechtsdeurwaarders te [plaats 1] - al dan niet in samenwerking met ICT-deskundige(n) [Q] en/of [R] (althans een deskundige medewerker van ICT-dienstverlener [B.V. X] te [plaats 2]), waarbij de termijn voor dataselectie (indien dit niet op locatie mogelijk blijkt te zijn) is gesteld op drie werkdagen.
l september 2014 en waarbij is bepaald dat de teruggave van de grote dataset (de “grote doos”) en het verstrekken van een kopie van de kleine dataset uiterlijk op 2 september 2014 zal dienen plaats te vinden.
(de “kleine doos”), dat wil zeggen:
- i) alle technische tekeningen en (3D AutoCAD) modellen van de R2S-reactor die [appellant 2] heeft meegenomen/bewaard na afloop van zijn dienstverband met Voith c.s., en
- ii) alle e-mailcorrespondentie tussen [appellant 2] en zijn huidige werkgever Econvert en/of tussen [appellant 2] en klanten van Econvert en/of Voith c.s. en daarbij behorende bijlagen die aantonen dat [appellant 2] zijn technische kennis met betrekking tot de R2S-reactor heeft gedeeld met zijn nieuwe werkgever Econvert en/of met haar klanten.
- i) een datum in of bij het document die ligt vóór 1 september 2011; of
- ii) een of meer van de volgende auteurs: [engineer 1], [auteur 1], [auteur 2], [auteur 3], [engineer 3],
- iii) aanwezigheid van de term “R2S” in titel of bestand zelf; of
- iv) bestandsnaam zoals genoemd in de lijst overgelegd als productie 20; of,
- i) aanwezigheid van de term “R2S” in titel of het bestand zelf;
- ii) aanwezigheid van de term “Voith” in titel of het bestand zelf;
- iii) het bericht heeft als bijlage een bestand geïdentificeerd volgens de criteria
Voith c.s. in hun verzoekschrift tot het doen leggen van conservatoir bewijsbeslag de in
artikel 21 Rv neergelegde plicht om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren, hebben geschonden (
grief V). Econvert c.s. betogen dat Voith c.s. de voorzieningenrechter op belangrijke punten onjuist en onvolledig hebben geïnformeerd waardoor hij het verlof tot het leggen van conservatoir bewijsslag ten onrechte heeft toegewezen. Dit wordt door Voith c.s. betwist.
grief I in het incidenteel hoger beroep
,afzonderlijk van de rechtmatigheid van het bewijsbeslag moet worden beoordeeld (vgl. HR 8 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012:BV8510). De mogelijke onrechtmatigheid van het beslag leidt dus niet noodzakelijkerwijs tot (volledige) afwijzing van de vordering tot inzage. Alleen al om die reden kan
grief I in het principaal hoger beroep, die inhoud dat de voorzieningenrechter de inzage in de "ultra-ultra kleine doos" had moeten afwijzen omdat de samenstelling daarvan in strijd met het verlof na 1 september 2012 heeft plaatsgevonden, niet slagen.
grief VI in het principaal hoger beroepdat Voith c.s. een rechtmatig belang hebben. De grief impliceert tevens dat er geen sprake is van een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a lid 1 Rv.
grief I in het incidenteel hoger beroepbetogen, ook (volledig) toewijsbaar is. De vordering kan alleen worden toegewezen voor zover het bestanden betreft die kunnen bijdragen aan het bewijs van de stellingen van Voith c.s. dat
i) [appellant 2] door het gebruik van de technische tekeningen en modellen van de R2S-reactor van Voith c.s. het geheimhoudingsbeding heeft geschonden en ii) Econvert door het gebruik van die technische tekeningen en modellen bij het ontwerp van de IR-reactor onrechtmatig jegens Voith c.s. heeft gehandeld. Alleen ten aanzien van die bescheiden en bestanden is er sprake van een rechtmatig belang.
grieven III, IV en VIII in het principaal hoger beroepbetreffen ten slotte de wijze waarop de voorzieningenrechter heeft bepaald dat inzage moet worden verschaft. Econvert c.s. klagen erover dat de voorzieningenrechter door Voith c.s. direct inzage te verlenen in de "ultra ultra kleine doos", terwijl Econvert c.s. niet weten wat er in die doos zit omdat de deurwaarder daarvan voorafgaand aan de inzage daarvan geen opgave aan Econvert c.s. heeft gedaan, in strijd heeft gehandeld met artikel 843a Rv.
"Richtlijn werkwijze gerechtsdeurwaarders - analoog en digitaal rechercheren bij bewijsbeslag"- waarin met zoveel woorden is opgenomen dat het voor een zorgvuldige procesgang wenselijk is dat beslagene voorafgaande aan de overdracht van een dataset ter controle inzage krijgt in de dataset die wordt afgegeven aan de verzoekende partij - om Econvert c.s. voorafgaand aan de inzage aan Voith c.s., een kopie van de "ultra ultra kleine doos" ter inzage te verstrekken.
grieven I, II en IV in het principaal hoger beroepfalen.
grief II in het incidenteel hoger beroepkomen Voith c.s. op tegen de door voorzieningenrechter uitgesproken proceskostenveroordeling. Voith c.s. menen dat de voorzieningenrechter ten onrechte de proceskosten in conventie en reconventie heeft gecompenseerd omdat in conventie de door Voith c.s. gevorderde inzage is gehonoreerd en de in reconventie de opheffing van het beslag is afgewezen.
3.Slotsom
4.De beslissing
correspondentie tussen [appellant 2] en Econvert waarmee bedoelde tekeningen en modellen zijn uitgewisseld;