ECLI:NL:GHARL:2016:9114
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- L.M. Croes
- Ch.E. Bethlem
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake effectenleaseovereenkomst en aansprakelijkheid van tussenpersoon
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen Defam B.V. inzake een effectenleaseovereenkomst. Appellanten hebben een leaseovereenkomst afgesloten met Defam, waarbij zij een bedrag van € 23.720 hebben geleend voor de aankoop van aandelen. Na afloop van het contract resteerde er een schuld van € 6.826,91, die appellanten hebben voldaan. In eerste aanleg hebben appellanten gevorderd dat Defam en de tussenpersoon, Afab Geldservice B.V., onrechtmatig hebben gehandeld en aansprakelijk zijn voor de geleden schade. De kantonrechter heeft de vorderingen afgewezen, omdat appellanten niet tijdig hebben geklaagd over de zorgplicht van Defam.
In hoger beroep heeft het hof de feiten zoals vastgesteld door de rechtbank overgenomen en zich gebogen over de klachtplicht van appellanten. Het hof oordeelt dat appellanten voldoende duidelijk hebben geklaagd in een brief van 26 juli 2004, waarin zij hun bezorgdheid over de effectenleaseovereenkomst uiten. Het hof concludeert dat de grief van appellanten slaagt, omdat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat appellanten niet tijdig hebben geklaagd. Het hof wijst erop dat de consument niet zonder meer op de hoogte hoeft te zijn van de zorgplicht van de financiële dienstverlener. Het hof heeft de zaak verwezen naar een volgende zitting voor verdere behandeling, waarbij partijen de gelegenheid krijgen om zich uit te laten over recente arresten van de Hoge Raad die relevant zijn voor deze zaak.