Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
2.5.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een aanhoudingsverzoek dat door de niet-gemachtigde raadsman van de verdachte is ingediend, met het doel dat de verdachte aanwezig kan zijn bij de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak. De verdachte was eerder door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf en taakstraf voor mishandeling. Het hof heeft het verzoek tot aanhouding afgewezen, omdat de verdachte geacht werd bereikbaar te zijn voor zijn raadsman en op de hoogte van de zitting. De raadsman had echter geen contact kunnen krijgen met de verdachte, wat leidde tot de vraag of het hof de vereiste belangenafweging had gemaakt. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het verzoek is afgewezen, en dat de belangen van de verdachte niet adequaat zijn gewogen. De conclusie van de Procureur-Generaal strekt tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugverwijzing naar het gerechtshof voor een nieuwe behandeling van de zaak.