In deze zaak heeft belanghebbende, een vennootschap gevestigd in Curaçao, het beroep ingetrokken omdat de Inspecteur der Belastingen tegemoet is gekomen aan het bezwaar van belanghebbende. Tegelijkertijd heeft belanghebbende verzocht om vergoeding van de proceskosten en het griffierecht. Het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een kostenvergoeding voor de bezwaarfase, omdat de Inspecteur onzorgvuldig heeft gehandeld door een belastingaanslag op te leggen, terwijl hij op de hoogte was van het feit dat belanghebbende sinds 2016 geen activiteiten meer verrichtte. Het Gerecht kent een immateriële schadevergoeding toe van NAf 500 vanwege de overschrijding van de redelijke termijn, waarbij de coronapandemie geen reden voor verlenging vormt, maar een brand in het belastingkantoor in 2019 wel. De uitspraak is gedaan op 1 juli 2022, na vereenvoudigde behandeling van het verzoek om vergoeding van proceskosten. Het Gerecht heeft de proceskosten vastgesteld op NAf 450 en het griffierecht van NAf 150 vergoed.