Uitspraak
1.PROCESVERLOOP
2.FEITEN
3.GESCHIL
4.OVERWEGINGEN
Ontvankelijkheid beroep
5.PROCESKOSTEN EN GRIFFIERECHT
6.DE BESLISSING
twee maandenna de verzenddatum hoger beroep instellen bij:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao op 5 april 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag premies AOV/AWW voor het jaar 2016. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd op 8 maart 2019, en had op 25 april 2019 bezwaar ingediend. De Inspecteur handhaafde de aanslag bij uitspraak op bezwaar op 4 december 2020. De belanghebbende stelde dat de uitspraak op bezwaar niet gemotiveerd was en dat de aanslag onterecht was vastgesteld. Het Gerecht oordeelde dat de beroepstermijn was aangevangen op 2 februari 2021, na ontvangst van de uitspraak op bezwaar, en dat het beroepschrift tijdig was ingediend op 17 februari 2021. Het Gerecht constateerde dat de Inspecteur de bezwaren van de belanghebbende niet had beantwoord, wat in strijd was met de verwachtingen van een behoorlijk handelende overheid. Desondanks kon het ontbreken van een motivering in de uitspraak op bezwaar niet leiden tot vernietiging van de aanslag. Het Gerecht oordeelde dat de aanslag correct was vastgesteld op NAf 25.708, maar kende de belanghebbende een immateriële schadevergoeding toe van NAf 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn in de behandeling van het bezwaar en beroep. De kosten van het griffierecht werden eveneens vergoed.