2.14.Naar aanleiding van het door belanghebbende ingestelde hoger beroep heeft het Hof aan de Rechtbank een proces-verbaal van zitting verzocht. De Rechtbank heeft daarop een proces-verbaal toegestuurd dat niet gelijk is aan het eerste proces-verbaal (zie 2.11) (hierna: het tweede proces-verbaal). In het tweede proces-verbaal staat – voor zover hier van belang - (waarbij de ‘V’ voor de heffingsambtenaar staat, de ‘GE’ voor de gemachtigde) het volgende:
“ […]
zaaknummers: UTR 21/4827 en UTR 22/4378
proces-verbaal van het verhandelde ter zitting digitaal gehouden op 17 augustus 2023
Zitting hebben:
Mr. J.G. Nicholson, als voorzitter,
Mr. K. de Meulder (R) en mr. R.C. Moed, als rechters,
Mr. P.J. Naus, als griffier.
[…]
De rechtbank opent het onderzoek en de behandeling van het beroep. De rechtbank geeft een samenvatting van de voorgeschiedenis van de zaak en bespreekt kort de feiten en het geschil. De behandeling op de zitting geschiedt door de oudste rechter.
R: Was u op de hoogte van de verwijzing naar de MK van deze twee zaken? We zullen daar later in deze zitting bij stilstaan.
GE: Dat zou ook bij ons mis kunnen zijn gegaan. Ik wist het niet op voorhand.
R. Ik wil beginnen met het vaststellen van het geschil. Het zijn twee zaken achter elkaar gepland, maar het gaat over hetzelfde pand. Dus we kunnen ze wel tegelijk behandelen.
Belastingjaren 2021 en 2022.
We staan op dit moment op een schikkingsvoorstel en dat dat niet geaccepteerd is. Er is nog een verschil in waarde.
Ik had nog een vraag over 2022. In de taxatiematrix van dit jaar zie ik in de matrix 650.000,- staan.
V: dat is ook ons voorstel. 650.000,-
R: uw voorstel is daar 643.000,-
GE: ik ging ook uit van 695.000,-. Nu is er nog maar een waardeverschil van € 7.000,-. Daar wil ik wel mee akkoord gaan.
Kosten procedure. Is voor ons volledige pkv. Ook voor de zitting.
R. dus twee punten bezwaar en twee punten beroep. Dan leggen we dat vast in een proces-verbaal.
GE: dan trek ik het beroep voor 2022 in.
Belastingjaar 2021
[…]
R: de inhoudelijke kant is dan besproken.
Waarom deze zaak is verwezen naar de MK. We moeten een beoordeling maken over de pkv. We hebben deze zaak geselecteerd om eens te kijken naar de wegingsfactor. We willen in een bredere zin naar de wegingsfactor in het bestuursrecht […] kijken. We gaan het daar over hebben.
Ik stel u in de gelegenheid om hierop te reageren.
GE: de IMSV is verlopen. 12 april 2021 is het bezwaar ingediend.
Met betrekking tot de wegingsfactor. Daarover is laatst een uitspraak gedaan die door de HR in behandeling is genomen.
R: die zaak kennen we. Het lage tarief in het Bpb was discriminerend.
V: Ik heb er een mening over. Ik vind dat WOZ-zaken lager dan gemiddeld moeten worden gezien. De vergoedingen zijn buitenproportioneel gelet op de werkzaamheden die verricht moeten worden. Ik vind het fijn dat uw rechtbank zich erover buigt.
R: en iets over het arrest van de HR?
V: Die uitspraak snapte ik wel.
R: En de redelijke termijn is overschreden?
De rechtbank sluit het onderzoek en deelt partijen mee dat uiterlijk over zes weken schriftelijk uitspraak wordt gedaan. […]”