ECLI:NL:HR:2005:AU4300
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Waardering van onroerende zaken in goede justitie volgens de Wet WOZ
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oostflakkee tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage. De zaak betreft de waardering van 733 onroerende zaken voor het tijdvak van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2004, zoals vastgesteld door de WOZ-ambtenaar. Na bezwaar van de belanghebbende heeft de WOZ-ambtenaar enkele waarden verminderd, maar het bezwaar tegen de meeste beschikkingen werd afgewezen. De belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep gegrond verklaarde en de uitspraken van de WOZ-ambtenaar vernietigde, waarbij het Hof zelf de waarden van de onroerende zaken vaststelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in zijn uitspraak niet heeft miskend dat beide partijen hun standpunten omtrent de waarde van de woningen geloofwaardig hebben onderbouwd met taxatierapporten en argumenten. Het Hof heeft geoordeeld dat de WOZ-ambtenaar onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zijn verdedigde waarde correct was, en heeft daarom de waarde in goede justitie vastgesteld. De Hoge Raad concludeert dat de overwegingen van het Hof geen blijk geven van een onjuiste rechtsopvatting en dat de middelen van de gemeente falen.
De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en legt een griffierecht op aan de gemeente Oostflakkee. Dit arrest is gewezen door de vice-president en vier raadsheren, en openbaar uitgesproken op 14 oktober 2005.