Uitspraak
18.2570 WW
OVERWEGINGEN
WW-uitkering van appellant herzien en een bedrag van € 24.174,54 aan onverschuldigd betaalde uitkering van appellant teruggevorderd. Aan dit besluit is ten grondslag gelegd dat appellant werkzaam is geweest zonder daarvan mededeling te doen aan het Uwv. Bij besluit van dezelfde datum heeft het Uwv appellant een boete opgelegd van € 24.174,54 nu hij niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenplicht. Appellant heeft tegen het boetebesluit bezwaar gemaakt en later beroep en hoger beroep ingesteld.
(…)
3. In afwijking van het eerste lid kan het UWV besluiten van terugvordering of van verdere terugvordering af te zien, indien degene van wie wordt teruggevorderd:
a. gedurende vijf jaar volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan;
b. gedurende vijf jaar niet volledig aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan, maar het achterstallige bedrag over die periode, vermeerderd met de daarover verschuldigde wettelijke rente en de op de invordering betrekking hebbende kosten, alsnog heeft betaald;
c. gedurende vijf jaar geen betalingen heeft verricht en niet aannemelijk is dat hij deze op enig moment zal gaan verrichten; of
d. een bedrag, overeenkomend met ten minste 50% van de restsom in één keer aflost.
4. De in het derde lid, onderdelen a, b en c, genoemde termijn is tien jaar indien de terugvordering het gevolg is van het niet of niet behoorlijk nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 25.
(…)
6. Indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn kan het UWV besluiten geheel of gedeeltelijk van terugvordering af te zien.