Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 juli 2021 in de zaak tussen
Maatschap [naam 1] , te [plaats] , appellante
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
,nieuw feit of veranderde omstandigheid heeft voorgedaan. Als dat het geval is, heeft het bestuursorgaan het verzoek terecht afgewezen, tenzij sprake is van een evidente onredelijkheid (vergelijk de uitspraak van het College van 3 november 2020, ECLI:NL:CBB:2020:781).
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit voor zover het verzoek van appellante om terug te komen op het herzieningsbesluit en het besluit van 26 oktober 2018 niet is ingewilligd;
- herroept het herzieningsbesluit en het besluit van 26 oktober 2018 en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde deel van het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder een nieuw besluit neemt in plaats van het besluit van 26 oktober 2018;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,- aan appellante te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van appellante tot een bedrag van