5.Beslissing
Ten aanzien van belanghebbende 1:
(zaaknummers: 20/5923, 21/825, 21/826, 21/3649, 21/5289 tot en met 21/5294)
De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze zien op de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV over de jaren 2018 tot en met 2020 en op de dwangsommen voor de jaren 2015, 2018 tot en met 2020 (zaaknummers 21/3649, 21/5289 tot en met 21/5294);
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de in de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV vervatte inkomens en vermogens van belanghebbenden voor de jaren 2018 tot en met 2020;
- vermindert het in de aanslagen van de ouders voor de jaren 2018 tot en met 2020 begrepen inkomen van belanghebbende conform hetgeen is bepaald in de uitspraken met de zaaknummers 21/821, 21/3783, 21/5287, 21/3785, 21/3786 en 21/5288;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- stelt de door de inspecteur te betalen dwangsommen voor de jaren 2015 en 2018 tot en met 2020 vast op in totaal € 3.124, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van in totaal € 98 aan belanghebbende moet vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening.
Ten aanzien van belanghebbende 2:
(zaaknummers: 20/5924, 21/828, 21/829, 21/3650, 21/5301 tot en met 21/5306)
De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze zien op de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV over de jaren 2018 tot en met 2020 en op de dwangsommen voor de jaren 2015, 2018 tot en met 2020 (zaaknummers 21/3650, 21/5301 tot en met 21/5306);
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de in de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV vervatte inkomens en vermogens van belanghebbenden voor de jaren 2018 tot en met 2020;
- vermindert het in de aanslagen van de ouders voor de jaren 2018 tot en met 2020 begrepen inkomen van belanghebbende conform hetgeen is bepaald in de uitspraken met de zaaknummers 21/821, 21/3783, 21/5287, 21/3785, 21/3786 en 21/5288;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- stelt de door de inspecteur te betalen dwangsommen voor de jaren 2015 en 2018 tot en met 2020 vast op in totaal € 3.124, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van in totaal € 98 aan belanghebbende moet vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening.
Ten aanzien van belanghebbende 3:
(zaaknummers: 20/5922, 21/831, 21/832, 21/3651, 21/5295 tot en met 21/5300)
De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond voor zover deze zien op de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV over de jaren 2018 tot en met 2020 en op de dwangsommen voor de jaren 2015, 2018 tot en met 2020 (zaaknummers 21/3651, 21/5295 tot en met 21/5300);
- vernietigt de uitspraken op bezwaar met betrekking tot de in de aan vader en moeder opgelegde aanslagen IB/PVV vervatte inkomens en vermogens van belanghebbenden voor de jaren 2018 tot en met 2020;
- vermindert het in de aanslagen van de ouders voor de jaren 2018 tot en met 2020 begrepen inkomen van belanghebbende conform hetgeen is bepaald in de uitspraken met de zaaknummers 21/821, 21/3783, 21/5287, 21/3785, 21/3786 en 21/5288;
- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;
- stelt de door de inspecteur te betalen dwangsommen voor de jaren 2015 en 2018 tot en met 2020 vast op in totaal € 3.124, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening;
- bepaalt dat de inspecteur het griffierecht van in totaal € 98 aan belanghebbende moet vergoeden, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop deze uitspraak is gedaan tot aan de dag van voldoening.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, rechter, in aanwezigheid van mr. M.A.M. van Meer, griffier, op 22 december 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:
Informatie over hoger beroep
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch (belastingkamer), Postbus 70583, 5201 CZ ’s-Hertogenbosch.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.
Voor burgers is het mogelijk hoger beroep digitaal in te stellen. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de formulieren op Rechtspraak.nl / Digitaal loket bestuursrecht.