Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
- over het jaar 2007 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.483, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 411.297 en heffingsrente van € 38.007;
- over het jaar 2008 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.083, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 1.215.155, een vergrijpboete van € 151.894 en heffingsrente van € 54.437;
- over het jaar 2009 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 7.558, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 275.663, een vergrijpboete van € 34.457 en heffingsrente van € 9.075;
- over het jaar 2010 een navorderingsaanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.996, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 266.482, een vergrijpboete van € 33.310 en heffingsrente van € 6.233;
- over het jaar 2011 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.726, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 288.657, een vergrijpboete van € 36.082 en heffingsrente van € 2.981;
- over het jaar 2012 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.747, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 252.507, een vergrijpboete van € 31.563 en belastingrente van € 3.594;
- over het jaar 2013 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.299, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 219.778, een vergrijpboete van € 27.472 en belastingrente van € 3.418;
- over het jaar 2014 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.350, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 102.064, een vergrijpboete van € 11.227 en belastingrente van € 3.136;
- over het jaar 2015 een aanslag (aanslagnummer [aanslagnummer] ) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.141, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 94.218, een vergrijpboete van € 11.777 en belastingrente van € 1.101.
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
als zodanigniet meebrengen, ook niet op grond van artikel 2.17, derde lid, van de Wet IB 2001, dat dezelfde correctie ook bij belanghebbende – waarbij de sanctie van omkering van de bewijslast niet van toepassing is – moet plaatsvinden. [2] Elke aanslag moet immers afzonderlijk worden beoordeeld, met inachtneming van het bewijskader dat voor die aanslag van toepassing is.
5.Immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
6.Proceskosten
7.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2007, de daarbij gegeven rentebeschikking en alle boetebeschikkingen;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2008 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 15.209 met handhaving van de overige elementen en vermindert de daarbij gegeven rentebeschikking dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2009 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 20.663 met handhaving van de overige elementen en vermindert de daarbij gegeven rentebeschikking dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2010 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 18.982 met handhaving van de overige elementen en vermindert de daarbij gegeven rentebeschikking dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslagen IB/PVV over de jaren 2011 tot en met 2015 tot aanslagen berekend naar belastbare inkomens uit aanmerkelijk belang van nihil met handhaving van de overige elementen en vermindert de daarbij gegeven rentebeschikkingen dienovereenkomstig;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 3.110;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade van € 890;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
1.Ontstaan en loop van het geding
- over het jaar 2008 een navorderingsaanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.87.0112) naar een belastbaar bedrag van € 766.154 en heffingsrente van € 31.062;
- over het jaar 2009 een navorderingsaanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.98.0112) naar een belastbaar bedrag van € 543.725 en heffingsrente van € 15.882;
- voor het jaar 2010 een aanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.06.0112) naar een belastbaar bedrag van € 532.778 en heffingsrente van € 11.564;
- voor het jaar 2011 een aanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.16.0112) naar een belastbaar bedrag van € 666.520 en heffingsrente van € 9.833;
- voor het jaar 2012 een aanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.26.0112) naar een belastbaar bedrag van € 636.091 en belastingrente van € 11.154;
- voor het jaar 2013 een aanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.36.0112) naar een belastbaar bedrag van € 492.531 en belastingrente van € 12.833;
- over het jaar 2014 een navorderingsaanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.47.0112) naar een belastbaar bedrag van € 364.641 en belastingrente van € 13.699;
- voor het jaar 2015 een aanslag Vpb (aanslagnummer [aanslagnummer]V.56.0112) naar een belastbaar bedrag van € 291.717 en belastingrente van € 8.448;
- voor het tijdvak 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010 een naheffingsaanslag OB (aanslagnummer [aanslagnummer]F.01.0501) van € 14.231, een vergrijpboete van € 6.195 en heffingsrente van € 1.539.
2.Feiten
N.a.v. ons gesprek bevestigen wij hierbij dat de rechten van het softwareprogramma “[naam softwareprogramma]” in handen van jou blijft.
3.Geschil
- de (navorderings)aanslagen Vpb en de rentebeschikkingen terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd/gegeven;
- de naheffingsaanslag OB en de rentebeschikking terecht en tot de juiste bedragen zijn opgelegd/gegeven;
- de boete OB terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
4.Beoordeling van het geschil
5.Immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn
6.Proceskosten
7.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de navorderingsaanslag Vpb 2008 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 619.554 en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de navorderingsaanslag Vpb 2009 tot een navorderingsaanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 441.725 en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag Vpb 2010 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 434.478 en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag Vpb 2011 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 551.057 en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag Vpb 2012 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 131.076 en vermindert de belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de aanslag Vpb 2013 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 52.974 en vermindert de belastingrente dienovereenkomstig;
- vernietigt de navorderingsaanslag Vpb 2014 en de daarbij afgegeven rentebeschikking;
- vermindert de aanslag Vpb 2015 tot een aanslag berekend naar een belastbaar bedrag van € 103.280 en vermindert de belastingrente dienovereenkomstig;
- vermindert de naheffingsaanslag OB tot € 13.672 en vermindert de heffingsrente dienovereenkomstig;
- vermindert de boete OB tot € 4.732;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 3.110;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade van € 890;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: