Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres], te [plaatsnaam][Eiseres]
Procesverloop
Overwegingen
U hebt aangegeven dat u wenst te worden gehoord naar aanleiding van de vooraankondiging van de uitspraak op uw bezwaarschrift (en).
Ondanks eerdere, duidelijke berichten, blijft u mij - nu weer voor 23 oktober 2020 en 27 oktober 2020, zeer dringend, op straffe van verval van recht - uitnodigen voor een fysiek hoorgesprek op de locatie van de Belastingdienst in Doetinchem. U bent echt een enorme schande voor het publiek domein!!!! Eerder al berichtte ik u in gelijke zin, vorige week, dat het aantal corona besmettingen richting de 4.000 stuks ging, we praten nu een week verder over 6.500 besmettingen en de toestand wordt zeer penibel, maar u blijft maar volhouden dat ik in persoon moet komen, dwingend, op straffe van verval van recht.
Hierbij stel ik u op 3 februari 2021, om 10.00 in gelegenheid om gehoord te worden. Bij het vaststellen van deze datum heb ik rekening gehouden met de mij bekende zittingsdagen MRB en BPM bij rechtbanken en hoven en de mij bekende hoorzittingen.
heden 7 januari 2021 ontving ik uw brieven met dagtekening van 6 januari 2021 inzake uitnodigingen voor fysieke hoorzitting op 1,3 en 5 februari 2021. U merkt op dat bij wijze van uitzondering u ook dossiers toestuurt, dat aanbod doe ik u al maanden, sinds de eerste corona-golf! Maar u weigert om uw moverende redenen!.
Op 23 oktober 2020 en 3 februari 2021 bent u eerder uitgenodigd voor de in de bijlage genoemde bezwaren. U hebt van deze mogelijkheden om u moverende redenen geen gebruik gemaakt.
Heden hebben wij uw e-mail met dagtekening van 2 februari 2021 in goede orde mogen ontvangen.
2.4.2 Met een gebruikte personenauto in de zin van artikel 10, lid 1, van de Wet is bedoeld de personenauto die in het buitenland geregistreerd is geweest met het oog op toelating op de weg en die ook daadwerkelijk aldaar op de weg in gebruik is geweest. Daarom blijft de personenauto die na de vervaardiging ervan niet of nauwelijks op de weg is gebruikt, voor de toepassing van artikel 10, lid 1, van de Wet aangemerkt als een nieuwe personenauto. Dat een personenauto door de (ver)koper daadwerkelijk in het buitenland op de weg in gebruik is geweest, valt op te maken uit het aantal gereden kilometers van de auto. De omstandigheden dat een personenauto eerder in een andere lidstaat geregistreerd is geweest, dat sinds de vervaardiging van de auto zodanige tijd is verstreken dat de fabrieksgarantie is verlopen, dat het gaat om een verouderd model personenauto, of dat een personenauto voorafgaande aan de eerste ingebruikneming op de weg schade in welke vorm dan ook heeft opgelopen, kunnen noch op zichzelf, noch tezamen de conclusie rechtvaardigen dat die personenauto daadwerkelijk op de weg in gebruik is geweest. Die omstandigheden kunnen weliswaar voor een ongebruikte personenauto ten opzichte van de catalogusprijs als bedoeld in artikel 9, lid 4, van de Wet een waardedaling betekenen, maar dat heeft geen invloed op de hoogte van de verschuldigde bpm, zo volgt uit artikel 9, lid 1, van de Wet.” [9]
2.3.2.