Uitspraak
1.Geding in cassatie
2.Uitgangspunten in cassatie
Belanghebbende heeft tegen deze uitsprakenberoep ingesteld bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft bij uitspraak van 25 oktober 2017 het beroep gegrond verklaard voor zover het de boetebeschikking betreft en de uitspraak op bezwaar betreffende die boetebeschikking alsook de boetebeschikking vernietigd. Zij heeft het beroep voor het overige ongegrond verklaard, en heeft – vanwege de te lange behandelingsduur door de rechter – de Staat veroordeeld tot vergoeding van € 500 aan immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Bij het Hof was in geschil of de in aanmerking te nemen termijn voor de fase van berechting tot aan de uitspraak van de Rechtbank (hierna: de berechting in eerste aanleg) is overschreden.