Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
1 maart 2022 in de zaken tussen
[eiser] , wonende te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder.
de Staat der Nederlanden, de Minister voor Rechtsbescherming, de Minister.
De bestreden uitspraken op bezwaar
Zitting
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- veroordeelt verweerder tot vergoeding van immateriële schade aan eiser tot een bedrag van € 3.216 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 weken na de openbaarmaking van deze uitspraak tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt de Minister tot vergoeding van immateriële schade aan eiser tot een bedrag van € 284 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 4 weken na de openbaarmaking van deze uitspraak tot aan de dag van de algehele voldoening; en
- draagt verweerder op van het betaalde griffierecht van € 48 aan eiser te vergoeden.
Overwegingen
€ 840.236 € 885.003 € 1.094.966