Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 23 augustus 2016 in de zaak tussen
[naam] ,
Procesverloop
Op 8 en 14 augustus 2016 zijn de gronden van beroep ingediend.
Overwegingen
JV 2016/2010).
aangetoonddat er algemeen gezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging, noch van foltering of onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, noch van bedreiging door willekeurig geweld in het kader van een internationaal of intern gewapend conflict.
c. de naleving van het beginsel van non-refoulement overeenkomstig het Vluchtelingenverdrag;
d. het beschikbaar zijn van een systeem van daadwerkelijke rechtsmiddelen tegen schendingen van voornoemde rechten en vrijheden.
3. Met inachtneming van het eerste en het tweede lid zijn als veilige landen van herkomst als bedoeld in artikel 3.105ba, eerste lid, van het Besluit aangewezen de landen die zijn opgenomen in bijlage 13 (http://wetten.overheid.nl/BWBR0012002/Bijlage13/geldigheidsdatum_15-02-2016) bij deze regeling.’
algemeengezien en op duurzame wijze geen sprake is van vervolging, noch van foltering of onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.
' algemeen'impliceert dat een enkel (geïsoleerd) geval waarin dit niet wordt nageleefd onvoldoende is om een land niet meer als ‘veilig land van herkomst’ te beschouwen.
- een gemeenschappelijke minimumlijst van de Raad (art. 29 lid 1);
- een nationale lijst (art. 30 lid 1).
‘een deel van een land als veilig aan te merken indien de voorwaarden voor dat deel zijn vervuld.’
‘commission staff working document’(zie: SEC (2009) 1376), en meer in het bijzonder blz. 34-35, is op te maken dat verschillende opties de revue zijn gepasseerd en dat er acht op is geslagen dat Richtlijn 2005/85/EG de mogelijkheid kent delen van een land uit te zonderen. Over de optie die mogelijkheid te schrappen wordt het volgende overwogen:
‘The material requirements for the designation would improve, since the safety of the entire territory is a pre-condition for including a safe country in a common list.’
lijktdat de verschillende mensenrechtenverdragen en de wettelijke waarborgen tegen schendingen van de rechten en vrijheden niet altijd (ten volle) worden nageleefd en dat het er op
lijktdat geen sprake is van refoulement, is in dat opzicht te mager.
10 februari 2016 met nummer 732095 onverbindend te verklaren voor zover Marokko daarbij middels een wijziging van bijlage 13 van het Vv 2000 is aangemerkt als veilig land van herkomst.
-daarom- het opgelegde inreisverbod voor vernietiging in aanmerking komt.
Beslissing
mr. V.M. Bex-Reimert, leden, in aanwezigheid van R. de Boer, griffier.