ECLI:NL:RBDHA:2017:742
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.A. van der Straaten
- Tj. Gerbranda
- J.H. van Breda
- Rechtspraak.nl
Aanwijzing van Algerije als veilig land van herkomst en de uitzondering voor LHBTI's
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 26 januari 2017, met zaaknummer NL16.3753, werd de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel afgewezen door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De IND had Algerije aangewezen als veilig land van herkomst, maar maakte een uitzondering voor LHBTI's. De rechtbank oordeelde dat de artikelen 36 en 37 van de herziene Procedurerichtlijn geen ruimte bieden voor het aanwijzen van landen als veilig land van herkomst met uitzondering van bepaalde groepen. De rechtbank concludeerde dat de aanwijzing van Algerije als veilig land van herkomst niet voldoende gemotiveerd was, omdat de positie van LHBTI's niet was meegenomen in de beoordeling of er algemeen gezien en op duurzame wijze geen vervolging of behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM plaatsvond. De rechtbank vernietigde het besluit van de IND, maar liet de rechtsgevolgen in stand, met uitzondering van de verkorte vertrektermijn en het opgelegde inreisverbod. De rechtbank oordeelde dat eiser onvoldoende had aangetoond dat zijn aanvraag gegrond was op omstandigheden die een rechtsgrond voor verlening van de gevraagde vergunning vormden. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige beoordeling van de situatie in landen die als veilig worden aangemerkt, vooral voor kwetsbare groepen zoals LHBTI's.