ECLI:NL:RBDHA:2017:286
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel voor Algerijnse eiser op grond van veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 januari 2017 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de afwijzing van een asielaanvraag door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De eiser, van Algerijnse nationaliteit, had op 14 september 2016 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De aanvraag werd op 19 december 2016 afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat Algerije door de verweerder was aangemerkt als een veilig land van herkomst. Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 5 januari 2017.
De rechtbank overweegt dat de eiser zijn aanvraag heeft onderbouwd met verklaringen over zijn moeilijke thuissituatie en problemen met de autoriteiten in Algerije. Echter, de rechtbank oordeelt dat de verweerder de aanvraag terecht heeft afgewezen. De rechtbank stelt vast dat Algerije als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn specifieke omstandigheden een uitzondering vormen op deze algemene aanname. De rechtbank wijst erop dat eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd om zijn vrees voor vervolging bij terugkeer naar Algerije te onderbouwen.
De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag door de Staatssecretaris rechtmatig was en verklaart het beroep van eiser ongegrond. De rechtbank wijst ook op de relevante internationale verdragen en rapporten die de status van Algerije als veilig land ondersteunen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.