De stukken van het geding houden, voor zover hier van belang, het volgende in:
i) een ID-staat SKDB van 4 november 2015, waaruit blijkt dat de verdachte vanaf 12 juni 2007 tot 15 augustus 2013 ingeschreven heeft gestaan op het BRP-adres [a-straat 1], [plaats]. Uit de ID-staat SKDB blijkt niet, dat de verdachte naar een ander land is vertrokken. Uit een ID-staat SKDB van 18 april 2012 blijkt dat de verdachte destijds niet gedetineerd was in Nederland;
ii) de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep van 9 maart 2012 is op 7 februari 2012 aan de griffier uitgereikt, aangezien de dagvaarding niet uitgereikt kon worden op het BRP-adres van de verdachte (voorheen GBA). Voorts is een afschrift van de dagvaarding, per gewone post, naar het BRP-adres van de verdachte verzonden: [a-straat 1], [plaats];
iii) het proces-verbaal ter terechtzitting in hoger beroep van 9 maart 2012, waaruit blijkt dat de verdachte noch een raadsman is verschenen. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting geschorst, teneinde de verdachte opnieuw op te roepen op zijn genoemde bekende (BRP) adres in Nederland en op een bekend adres in Turkije, te weten: [adres], Turkije;
iv) de dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep van 30 mei 2012 is op 9 mei 2012 aan de griffier uitgereikt, aangezien de dagvaarding niet uitgereikt kon worden op het BRP-adres van de verdachte. Voorts is een afschrift van de dagvaarding, per gewone post, naar de volgende adressen verzonden:
- [a-straat 1], [plaats], en
- [adres], Turkije;
v) een vertaling van de dagvaarding in de Turkse taal gedateerd 18 april 2012;
vi) het proces-verbaal van de terechtzitting van 30 mei 2012, waaruit blijkt dat de verdachte noch een raadsman is verschenen. De verdachte is blijkens het arrest van 13 juni 2012 bij verstek veroordeeld;
vii) zowel de akte rechtsmiddel van 14 juni 2010 als de akte cassatie van 12 augustus 2015 vermeldt het adres [a-straat 1], [plaats].