ECLI:NL:HR:2020:1242
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie inzake inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor Rijnvarenden
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 juli 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure over de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van een belanghebbende die in Nederland woonde en werkte voor een Luxemburgse werkgever. De belanghebbende had in zijn aangifte voor het jaar 2013 verzocht om vrijstelling van de premie volksverzekeringen, maar de Inspecteur had deze vrijstelling niet verleend. De belanghebbende stelde dat hij onder het socialezekerheidsstelsel van Luxemburg viel, maar het Hof oordeelde dat hij in Nederland verzekerd en premieplichtig was. De Hoge Raad bevestigde het oordeel van het Hof en oordeelde dat de Inspecteur bevoegd was om de verzekerings- en premieplicht vast te stellen. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, waarbij werd opgemerkt dat de procedure van de Toepassingsverordening niet van toepassing was in dit geval. De uitspraak van het Hof werd bevestigd, en de Hoge Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.