ECLI:NL:HR:2012:BV2576
Hoge Raad
- Cassatie
- C.B. Bavinck
- P. Lourens
- A.R. Leemreis
- P.M.F. van Loon
- M.A. Fierstra
- Rechtspraak.nl
Gelijkheidsbeginsel en landbouwvrijstelling in de inkomstenbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van de Minister van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De belanghebbende, een agrarisch ondernemer, had voor het jaar 2004 een aanslag in de inkomstenbelasting opgelegd gekregen, waarbij de Inspecteur verliezen uit voorafgaande jaren had verrekend. De Rechtbank te Arnhem verklaarde het beroep van de belanghebbende ongegrond. In hoger beroep vernietigde het Hof de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur, bevestigde de aanslag en vernietigde de verliesverrekeningsbeschikking. De Minister van Financiën ging in cassatie tegen deze uitspraak.
De Hoge Raad oordeelt dat de bij Besluit van 8 maart 2006 aan een beperkte groep belastingplichtigen geboden mogelijkheid van 'heretikettering' moet worden aangemerkt als nieuw beleid dat in strijd is met het recht. Dit betekent dat belastingplichtigen in gelijkwaardige gevallen aanspraak kunnen maken op het gelijkheidsbeginsel. Het Hof had het beroep van de belanghebbende op het gelijkheidsbeginsel terecht gehonoreerd, omdat het onttrekken van de ondergrond van een bestaande woning aan het ondernemingsvermogen niet in relevante zin afwijkt van het onttrekken van cultuurgrond aan het ondernemingsvermogen voor de bouw van een nieuwe woning.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond en veroordeelt de Staatssecretaris van Financiën in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van de belanghebbende, vastgesteld op € 874 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Dit arrest is gewezen op 3 februari 2012 en betreft een belangrijke uitspraak over de toepassing van het gelijkheidsbeginsel in het belastingrecht, specifiek met betrekking tot de landbouwvrijstelling.