Uitspraak
18.5057 PW, 18/6138 PW, 19/635 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt aangevallen uitspraak 1, voor zover aangevochten;
- bevestigt aangevallen uitspraak 2;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 3 september 2018 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellante. Appellante had bijstand aangevraagd op basis van de Participatiewet (PW) en had daarbij informatie verstrekt over de spaarrekeningen van haar minderjarige kinderen. Het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn heeft echter vastgesteld dat appellante onjuiste informatie had verstrekt over haar vermogen, wat leidde tot de intrekking van de bijstand en de terugvordering van eerder verstrekte bijstand. De Raad oordeelde dat appellante redelijkerwijs over de tegoeden op de spaarrekeningen kon beschikken, ondanks haar beweringen dat deze onder beheer van haar ex-partner stonden. De Raad bevestigde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door geen juiste informatie te verstrekken over haar vermogen. De opgelegde boete van € 590,- werd als evenredig beschouwd, rekening houdend met de verminderde verwijtbaarheid van appellante. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank Overijssel en verklaarde het beroep van appellante ongegrond.