Uitspraak
18.822 WAO, 19/2118 WAO
OVERWEGINGEN
Verder heeft appellant zich op het standpunt gesteld dat de wijze van berekening een onredelijke uitwerking heeft. Als de totale inkomsten van appellant over de periode van 1 november 2015 tot 31 oktober 2016 en over de periode van 1 november 2016 tot en met 31 oktober 2017 zouden worden verspreid over het betreffende kalenderjaar, zou dat tot een arbeidsongeschiktheidsklasse van 65 tot 80% leiden. Hij heeft opnieuw een beroep gedaan op analoge toepassing van het AIB. Voorts is appellant van mening dat onder het begrip aangiftetijdvak ook een periode van vier weken kan vallen. In dit verband heeft appellant gewezen op het begrip aangiftetijdvak zoals genoemd in het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen.