ECLI:NL:CRVB:2019:606
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering met betrekking tot een werkgever en werkneemster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 februari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een geschil tussen een werkgever en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betreffende de arbeidsongeschiktheid van een werkneemster. De werkneemster, die als schoonmaakster werkte, had zich ziek gemeld en had een aanvraag ingediend op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv had vastgesteld dat de werkneemster recht had op een loongerelateerde uitkering, maar de werkgever maakte bezwaar tegen deze beslissing. De werkgever stelde dat de arbeidskundige grondslag van het besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat er sprake was van wapenongelijkheid in de procedure.
De Raad oordeelde dat de werkgever voldoende gelegenheid had gekregen om de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit aan te vechten. De Raad bevestigde dat de arbeidsdeskundige op basis van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 15 september 2015 had geconcludeerd dat er geen passende functies voor de werkneemster konden worden gevonden. De Raad oordeelde dat de FML voldoende zorgvuldig was vastgesteld en dat de arbeidsdeskundige geen te strikte toets had gehanteerd. De opmerking van de verzekeringsarts dat de beperkingen van de werkneemster fors waren aangezet, leidde niet tot de conclusie dat de arbeidsdeskundige in overleg had moeten treden met de verzekeringsarts.
De Raad concludeerde dat er geen sprake was van wapenongelijkheid en dat de arbeidskundige beoordeling door het Uwv voldoende gemotiveerd was. De uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant werd bevestigd, en het hoger beroep van de werkgever werd afgewezen. De Raad oordeelde dat de werkneemster terecht was ingeschat op opleidingsniveau 2, gebaseerd op haar verklaring over haar onderwijs in Iran. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 13 februari 2019.